Zorg, een gemankeerde markt
Met ingang van 1 januari 2022 vindt er een revolutionaire verandering plaats in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz). In samenspraak tussen verzekeraars en branchevertegenwoordigers is bedacht om voortaan weer per verrichting te betalen. Zorgverleners en zorgverzekeraars moeten meer elkaars taal gaan spreken: nu noemen zorgverleners wat ze verlenen zorg en verzekeraars noemen dat schade. In het zorgprestatiemodel noemen we de zorg prestaties.
In de tijd dat ik begon noemden we het consulten. Mijn zoon zou zeggen potéto/potáto, ik oude wijn in nieuwe zakken. Het idee is dat er minder administratieve lasten zijn (lees: voor de verzekeraars geen verschillende bekostigingen meer zoals een behandeltraject generalistische basis ggz (GBGGZ) of diagnose behandelcombinatie (DBC). Voor de patiënt was het niet duidelijk wat er in de gedeclareerde behandelminuten daadwerkelijk zorg voor hem of haar was. Voor de zorgverlener heel vervelend dat je pas aan het eind van de behandeling betaald werd. In 2008 werd deze traject- en DBC bekostiging overigens als het ei van Columbus gezien.
Wat ik hierboven beschrijf, geldt overigens voor de ggz voor mensen die 18 jaar en ouder zijn. De ggz voor onze kinderen en jongeren valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat leek een goed idee, omdat gemeentes beter zouden weten wat voor zorg kinderen en hun ouders nodig zouden hebben. Deze transitie ging in op 1 januari 2015 en daar ging een paar jaar voorbereiding aan vooraf, waarbij we als zorgverlener serieus Europees moesten aanbesteden. We moesten ons verdiepen in de wereld van Tenders* en zaten wekelijks bij verschillende gemeentes aan de koffie en met enige mazzel ook nog met een broodje erbij. Het maakt nu uit waar je met je gezin woont welke zorg je voor je kind kunt krijgen en voor ons als zorgverlener maakt het uit waar je praktijk staat en met welke gemeentes je een contract hebt hoe je inkomen er uit ziet.
De gemene deler is dat de zorg meer markt moest worden. Dat zou het einde betekenen van de wachttijden, dat zou de kwaliteit verhogen (hoe is me een raadsel) en cliënten hebben wat te kiezen. Ik zeg altijd dat iedereen op een slecht moment in zijn of haar leven zorg nodig heeft en dat je er dan van op aan wil kunnen dat je kwalitatief goede zorg krijgt en dat je hoofd er dan niet naar staat om van alles te kunnen of moeten kiezen. Zorg is geen brood wat je bij de bakker koopt.
De marktwerking heeft alles behalve kortere wachttijden opgeleverd. Voor de volwassen ggz komt dat onder andere door de budgetplafonds die verzekeraars hanteren (ga je over dat budget heen dan dan wordt de verleende zorg niet meer vergoed). In de jeugd ggz was de transitie naar de gemeente ook ingegeven door bezuiniging. Lees: vooral de specialistische zorg moest eraan geloven. Ik herinner me nog dat ik met een wethouder om tafel zat die mijn ambulante zorg aan kinderen en jongeren vergeleek met de observatie opname van een instelling voor kinderpsychiatrie.
In de overgangsperiode (overigens een harde knip op 1-1-2008) naar de GBGGZ heb ik mijn inkomen moeten voorfinancieren. Gelukkig zag ik dat aankomen en had ik een spaarpot aangelegd, zodat ik geen beroep hoefde te doen op de voorschotregelingen van de verzekeraars met alle risico’s van dien. Tijdens de transitie jeugdzorg heb ik in het begin een jaar moeten wachten op de betalingen. Gelukkig had ik daarnaast ook nog volwassenen in behandeling en had ik toch wat inkomsten. Nu komt er weer een harde knip aan en de praktische uitwerking voor ons zorgverleners (‘ja heus, minder administratieve last!’) is allerminst duidelijk. Gelukkig zie ik ook nog kinderen en lopen die declaraties op dit moment in onze regio goed.
Wanneer ik op een verjaardag andere ondernemers wel eens vertel over hoe onze branche georganiseerd is, zijn ze verbijsterd. We mogen ons eigen tarief niet bepalen wat in een daadwerkelijke markt best raar is. Begrijp me goed, dat vind ik prima; ik ben niet in de zorg gaan werken om miljonair te worden, maar ik doe wel complex werk waar een redelijk tarief tegenover moet staan. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) berekent deze tarieven, maar om het toch op een markt te laten lijken mogen de verzekeraars bepalen dat je voor minder dan het berekende marktconforme tarief moet werken. De marktwerking in de zorg is een gemankeerde markt waar de verzekeraars alle troeven in handen hebben en wij zorgverleners mogen tekenen bij het kruisje. En dan maakt het niet uit of we zorg consulten, dbc’s of prestaties noemen.
*Een tender is een procedure waarbij door middel van inschrijving getracht wordt een bepaalde dienst of product te verkrijgen, in ons geval dat onze zorg ingekocht werd door de gemeentes waarvoor wij werkzaam zijn