De grote boze wereld

Beloofd is beloofd. Hierbij schrijf ik over hoe je om kunt gaan met alles wat er in de wereld gebeurt. Eerder schreef ik ‘Chaos’ naar aanleiding van de aanslag op 7 oktober 2023 door Hamas. Inmiddels is de situatie en Israël en de Gazastrook er niet beter op geworden. Ook de oorlog in Oekraïne is nog niet voorbij en voelen we steeds meer de dreiging van Poetin. Tijdens de Corona pandemie werd er ook veel van ons gevraagd met alle zorgelijke berichtgeving. Zelf volg ik graag het nieuws om te begrijpen wat er speelt, maar soms wordt het me ook te veel. Ik merk dat dan doordat ik slechter slaap, me zorgen maak en het aangedane leed moeilijk kan verdragen. Van meer mensen hoor ik dat ze zich machteloos voelen en zich er zelfs somber door voelen. Zeker ouders met jonge kinderen vragen zich af in wat voor wereld hun kinderen op moeten groeien. Je laten informeren is natuurlijk altijd goed, maar het is ook goed om die informatiestroom te doseren. Ten tijde van de vredesbeweging in de jaren tachtig werd de spreuk ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’ veel gezegd en gezien. Hij blijkt van Phil Bosmans te zijn (o.a. bekend van zijn boek ‘Menslief ik hou van jou’) en gebruikt door de Bond zonder naam. Je voelt je minder machteloos als je dichtbij wél wat kan doen. Je kunt je voornemen om beter te luisteren naar de ander, vriendelijk te zijn of bijvoorbeeld taalmaatje te worden voor iemand die de Nederlandse taal nog niet zo goed machtig is. Je kan collecteren voor een goed doel of helpen met een andere vrijwilligersklus. Probeer slecht nieuws ook af te wisselen met goed nieuws. Bij de Bond zonder naam (tot mijn schande wist ik niet dat de bond nog bestond..) vind je nog meer spreuken. Leuk om daar eens door te grasduinen. Wie weet vind je een nieuwe lijfspreuk.

Pijn en lijden

Herken je dat? Dat met alle ellende op het nieuws en oorlogen die niet voorbij gaan je geneigd bent om je eigen pijn of verdriet weg te wimpelen? ‘Ik moet niet zeuren, ik heb een dak boven mijn hoofd en ik hoef niet te vluchten. Mijn familie leeft nog’. Het is een begrijpelijke reactie en kan ook helpen om je eigen pijn of verdriet te relativeren. Aan de andere kant kan het zijn dat je je somberder gaat voelen of een kort lontje krijgt. Wanneer je je eigen pijn te veel relativeert en dus eigenlijk negeert klopt hij via een omweg aan je deur. Je hebt dan niet altijd meteen door dat het je eigen pijn is die om erkenning vraagt. We maken allemaal pijnlijke dingen mee in ons leven, een dierbare die overlijdt, verlies van gezondheid, teleurstelling op je werk of privé of ander zeer dat je raakt. Het leven is geen wedstrijd en pijn kan je niet met elkaar vergelijken. Ook al heb jij een dak boven je hoofd en voldoende te eten, teleurstelling en verdriet over een mis gelopen relatie is ook pijn en goed om te erkennen en bij stil te staan. Binnen de Acceptance en commitment therapie (ACT) hebben we het over de pijn en het lijden in de zin van de pijn zelf (de verloren relatie bijvoorbeeld) en je worsteling daarmee (het lijden). Je kunt je zelf pijnigen met wat je zelf verkeerd gedaan zou hebben of de pijn wegdrukken door te focussen op veel afspreken met andere vrienden. Vaak is onze worsteling met het verlies groter dan het eigenlijke verlies zelf. Als het verdriet om het verlies en de pijn die je daarvan ervaart er mag zijn krijgt de pijn letterlijk ruimte om zachter te worden. Wanneer we blijven worstelen en piekeren krijgt de pijn elke keer een nieuwe impuls en wordt vaak ook indringender. Heb je teleurstelling, verlies van liefde of gezondheid voor de kiezen gekregen probeer dan mild voor jezelf te zijn en de pijn van de teleurstelling er te laten zijn. Als je minder vecht tegen dat nare gevoel en het lijden kleiner wordt dan de pijn zelf komt er ruimte om te helen. De ellende in de wereld is er ondertussen niet anders van geworden en het is niet zo gek dat je je daar druk om maakt. In een volgend blog meer over hoe je daar mee om kunt gaan.

Over oude littekens en de dingen die niet voorbij gaan

Laatst had ik een leuke afspraak met een vriend. We hadden veel om bij te praten en er was lekker eten. Een oude bekende van mij bleek een nieuwe bekende van hem te zijn. Ik kende diegene van de middelbare school en het was iemand die haar hart niet op de tong had en altijd snel haar oordeel klaar. Kritisch op andermans kleding, kapsel of studiekeuze. Ze was niet echt betrouwbaar in afspraken. Op een bepaald moment is ze op eigen initiatief uit mijn leven gegaan met de mededeling dat ze toch wel op de hoogte zou blijven van mijn leven. De meeste mensen die dat willen blijven in contact. Zij niet. Gek genoeg voelt het dan bijna als stalking. Zo was het eerste kaartje dat op de mat viel na de geboorte van onze oudste van haar en ook later bleek ze goed op de hoogte van ons wel en wee. Ik heb hier last van gehad. Allereerst rouw om het verlies van de vriendschap. Hoewel ik met terugwerkende kracht mijn twijfels kan hebben over de waarde van deze vriendschap. Mijn vriendje van destijds benoemde dat toen al en ook andere mensen om mij heen. Daarna had ik soms last van het litteken dat het had achter gelaten. Een litteken in het gebied dat we vertrouwen noemen. Ze had dat enorm geschaad. Maar ook een litteken in het gebied dat we zelfbeeld noemen. Het heeft lang geduurd voordat haar strenge oordelende mening een klein stoffig nestje werd in mijn hoofd. En nu werd dat nest ineens afgestoft. Op de terugweg van het etentje voelde ik me niet opgeladen door een gezellige afspraak, maar doodop en gespannen alsof ik ternauwernood aan een aanrijding met vrachtwagen was ontsnapt. Mijn litteken was open gehaald. Het duurde even voordat ik me dat realiseerde en nog wat langer voordat ik mild naar mezelf kon zijn en bedacht dat ik niet degene was die de vriendschap beëindigd had. Mijn lijf kwam daar nog weer achteraan. Het heeft me een paar dagen (en een paar slechte nachten) gekost voordat ik weer los kon laten. Vroeg of laat maken we allemaal iets dergelijks mee. We krijgen grotere of kleinere littekens van verlies, teleurstellingen, pesterijen of andere nare gebeurtenissen. En op onverwachte momenten kunnen die littekens open gehaald worden. Littekens die achterblijven na een brandwond kunnen eventueel geopereerd worden om ze soepeler te maken of esthetisch mooier. Littekens op onze ziel kunnen we proberen te behandelen in therapie. Beide gaan nooit helemaal weg. We hebben allemaal onze eigen littekens. Het helpt als we weten dat ze er zijn en waar ze zitten. Wanneer ze dan open gehaald worden door een ontmoeting of door iets wat we zien of lezen snappen we waar onze reactie vandaan komt. Vaak is dat een lichamelijke reactie. Littekens gaan niet voorbij. Ze zijn een teken van herstel van een wond. In die zin zijn ze mooi. Ze herinneren je aan je herstellend vermogen.

Einde van het jaar

Aan het einde van het jaar zijn we geneigd om terug te kijken naar het afgelopen jaar. De lijstjes, aangevoerd door de top 2000 zijn niet aan te slepen. Wie zijn er overleden, wat waren de beste boeken en de slechtste films van het jaar. Ook blikken we vaak vooruit. Wat gaat het nieuwe jaar ons brengen en sommige van ons hebben ook nog goede voornemens. Nu écht stoppen met roken, minder drinken en meer sporten. Het einde van het jaar is ook een tijd van bezinning. Doe ik nog de dingen die ik graag wil doen. Ben ik met de mensen met wie ik graag wil zijn. Kortom leef ik naar mijn waarden en doe ik de dingen die belangrijk voor me zijn. Daarvoor is het nodig om van een afstand te kijken naar de dingen die je gedaan hebt, nog wil doen en of die passen bij wat belangrijk is voor jou. Daarbij kan het helpen om te gaan voelen. Voel ik me goed bij wat ik doe of krijg ik er hoofdpijn van. Sta ik onder druk en waar maak ik me zorgen over. Hier de tijd voor nemen geeft geen instant oplossing, maar kan je wel de weg wijzen waar je naar toe wil. Je kunt druk ervaren op je werk, je niet goed (meer) voelen in je relatie of je juist heel erg zorgen maken over de samenleving. Door afstand te nemen, stil te staan en te voelen kun je hier meer zicht op krijgen. Daarna kun je kijken wat wel of niet binnen je cirkel van invloed ligt. Als het gaat om de samenleving, het klimaat of oorlog kun je je erg machteloos voelen. Onderzoek dan welke kleine bijdrage je wel zelf kunt doen waardoor je je iets minder machteloos voelt. Iets aardigs doen voor je alleenstaande buurman, de kachel een graadje lager zetten, een donatie aan een goed doel. Het afgelopen jaar heeft je misschien ook mooie dingen gebracht. Fijne momenten met familie en vrienden, mooie samenwerkingen. Die nog eens de revue laten passeren kan een enorm gevoel van voldoening en dankbaarheid geven. En een nieuw jaar biedt altijd weer nieuwe rondes, nieuwe kansen. Op naar 2024!

Chaos

Als de wereld chaos is, dichtbij of via het nieuws veraf, ligt machteloosheid op de loer. Soms staat je eigen leven op zijn kop door scheiding of verlies. Of zoals nu de oorlog in Israël en het enorme bloedvergieten. We zien de beelden en kunnen er niks mee, maar moeten er wel mee omgaan. Net zoals bij Corona en natuurrampen is het ook bij oorlog belangrijk om het nieuws gedoseerd tot je te laten komen. Zelf probeer ik ook altijd achtergrondartikelen te lezen om te begrijpen wat er niet te begrijpen valt. Of juist te luisteren naar mensen die nuance laten zien.

 

Omarm

 

Als de wereld

in brand staat

machtige mannen

vervuld zijn van haat

 

Omarm me dan

en laat ons

luisteren en

proberen

 

Te begrijpen wat

niet te begrijpen

valt en diep

in onze ziel raakt

 

Omarm me dan

zodat ik ook

de ander

omarmen kan

Grenzen aan de veerkracht

Ik krijg veel vragen over de effecten van de Corona pandemie op ons allemaal en onze kinderen en jongeren in het bijzonder. Ik probeer hier een aantal vragen te beantwoorden.

Hebben kinderen en jongeren veel last van de effecten van de coronapandemie?

Ik zie dat jonge kinderen enorme veerkracht hebben, kinderen die net naar school gaan weten niet beter dan dat het is zoals het nu is. Bij jonge kinderen is het belangrijk hoe flexibel ouders er mee om gaan. We hebben allemaal beperkingen, maar sommige ouders gaan daar heel creatief mee om en organiseren een ‘drive in verjaardag’ bijvoorbeeld. Voor sommige jonge kinderen is het wel lastig dat ouders niet de klas in mogen, maar als je niet beter weet is het minder een probleem. Voor de oudere basisschooljeugd wordt het al lastiger. Die willen meer ondernemen en zijn zich meer bewust van de beperkingen (bijvoorbeeld dat ouders niet bij sportwedstrijden aanwezig mogen zijn). Ik hoor basisschool kinderen regelmatig zeggen dat ze corona stom vinden. Verjaardagsfeestjes moesten uitgesteld worden, thuisonderwijs, deels naar school, weer thuis onderwijs en vervolgens weer naar school. We vragen veel van de flexibiliteit van kinderen. Voor middelbare scholieren en adolescenten is naast dat je je steeds maar weer aan moet passen vooral de sociale inperking een probleem. Als tiener ben je bezig met je eigen identiteit en is de sociale groep heel belangrijk. De lockdown, thuisonderwijs en het feit dat je niet uit kunt is daar belemmerend in. Adolescenten hebben sociale honger.

De aanpassing vraagt veel van onze kinderen en vooral tieners en adolescenten missen de sociale contacten en de vrijheid om af te kunnen spreken. Binnen de praktijk zien we onder middelbare scholieren veel sociale angst. Dat varieert van niet het onderwijs durven volgen voor een camera tot het heel eng vinden om klasgenoten op school weer onder ogen te komen. Met name de eerste keren (naar de brugklas of starten met een opleiding) zijn dan lastig. De introductie van je studententijd verloopt niet zoals je gehoopt had. Starten in de brugklas is al eng, maar als iedereen dan met een mondkapje loopt is het nog lastiger om je thuis te laten voelen op je nieuwe school. Ook zien we meer stemmingsklachten bij jongeren. Minder bewegen, minder doelen en tegelijkertijd nadenken over je leven kunnen leiden tot sombere gedachten.

Tegelijkertijd zie ik ook kinderen zeer vaardig worden. Bijvoorbeeld 10-jarigen die tijdens het thuisonderwijs zelf afspraken om in een meet samen aan school te gaan werken.

Wat is de impact van de pandemie op de samenleving als geheel?

Dit kan ik maar deels overzien. Wat we zien is dat iedereen anders omgaat met de pandemie en de informatie die we via de overheid en media tot ons krijgen. Een gevolg die ik daarvan zie binnen onze praktijk is dat er spanningen tussen vrienden, binnen families en binnen gezinnen komt over hoe om te gaan met de maatregelen en adviezen en met vaccinatie. Bijvoorbeeld ouders die hun kind van 14, 15, 16 verbieden om zich te laten vaccineren of ouders die wel willen dat hun kind zich laat vaccineren, maar de beslissing bij hun kind laten en het kind niet goed kan overzien wat het nu moet kiezen. Ouders hebben het beste met hun kind voor, maar gaan soms voorbij aan wat het kind zelf zou willen. Er wordt dus ook wat gevraagd van ouders. Belangrijk is dat mensen, ook ouders en kinderen met elkaar in gesprek blijven en het respecteren van elkaar dat je het niet met elkaar eens bent. Dat is lastig, maar wanneer je overtuigd bent van je eigen gelijk laat je je niet overtuigen. Ook zie ik veel angst, angst voor besmetting, angst om een ander te besmetten. Ouders van jonge kinderen die voorzichtig willen zijn met hun 70+ ouders, terwijl diezelfde ouders het met de regels niet zo nou nemen. Dat geeft enorm veel stress. Die stress voedt vervolgens de angst weer.

Wat is in het algemeen de sociale/psychologische impact van een tijd in lockdowns leven voor kinderen/pubers.

Ik realiseer me heel goed dat wat wij in de praktijk zien niet een doorsnee van de hele populatie is. Ik denk dat ook veel mensen veerkrachtig zijn een modus vinden om met de pandemie te leren leven. Maar we zien een toename van (sociale) angstklachten bij jongeren, we zien een toename van stemmingsklachten bij zowel kinderen als volwassenen en we zien een toename van spanningsklachten binnen gezinnen en families. Mensen die zich alleen voelen staan binnen hun familie, die het niet eens is met de maatregelen. Mensen die in verwarring zijn en niet goed weten wat ze nu wel of niet moeten doen.

Kunnen we iets betekenen voor kinderen en jongvolwassenen die het zwaar hebben in deze pandemie?

We kijken natuurlijk allereerst naar wat de belangrijkste klachten zijn waarmee iemand bij ons binnenkomt. In de eerste lockdown heb ik een telefonisch spreekuur gehad. Ik merkte dat mensen bang waren, we kenden het virus nog niet goed. Het nieuws ging 24/7 over Corona. Ik raadde mensen dan ook wel aan om het nieuws te doseren en juist ook andere dingen te bekijken. Inmiddels is dat minder, er treedt toch een soort gewenning op. Het is belangrijk om een beetje lucht te brengen, kijken naar wat er wél kan. Ik werk veel met ACT (acceptance en commitment therapy, een vorm van gedragstherapie). Deze therapie is gebaseerd op het feit dat wij mensen taal tot onze beschikking hebben en ook razendsnel daarmee relaties kunnen leren. Taal helpt ons leuke dingen te herinneren, maar kan ook ons lijden verhogen (Corona is stom, ik kan niet doen wat ik wil, ik ben beperkt in mijn vrijheid). Elke keer dat je het woord Corona hoort doet dat wat met je gemoed. Wanneer je dan een gek liedje met het woord corona maakt krijg je een andere relatie met dat woord. ACT gaat ook over leven naar je waarden, naar wat echt belangrijk voor je is. Wat me opvalt is dat ik ook zie dat mensen hier juist nu meer zicht op krijgen. In de lockdown, beide ouders thuis aan het werk, de kinderen thuis van school ontstond ook de kans om met elkaar als gezin te lunchen of samen spelletjes te doen. Ik heb bij sommige kinderen gemerkt dat ze het heel fijn vonden dat ze meer tijd samen door brachten. Maar als je klein woont, vader zit te werken onder de hoogslaper van zijn dochter, moeder zit op de slaapkamer in een teamsvergadering en de kinderen zitten aan de keukentafel dan is het zwaar. We kennen ook de verhalen dat het in sommige gezinnen juist niet goed ging. Dat ouders elkaar te veel op de lip zaten wat soms leidt tot huiselijk geweld. Of gezinnen waar één computer in huis is. Ik heb mee gemaakt dat kinderen via school een laptop in bruikleen konden krijgen, maar dat ouders dat uit schaamte niet wilden. Wat anders achter de voordeur blijft werd nu meer zichtbaar.

Er is veel financiële steun uit de grond gestampt om ondernemers te ondersteunen, maar ik heb zowel in het begin als ook nu nog veel zorg gezien bij ouders met eigen bedrijven. Die spanning voelen kinderen ook. Of wanneer ouders hun (tijdelijke) baan kwijt raakten. Dat doet sowieso wat binnen een gezin, maar in een onzekere tijd als deze nog meer.

Is de schade die deze groep oploopt door de pandemie ernstig te noemen? Hoe gaan deze leeftijdsgroepen over het algemeen om met tegenslagen?

Zoals ik al eerder zei denk ik dat we ook veel weerbaarheid zien, we zijn vaak veerkrachtiger dan we denken te zijn. Ik heb heel veerkrachtige kinderen gezien. Maar het kan ook to much zijn, baan kwijt, ruzie binnen de familie, gescheiden ouders die niet op één lijn zitten als het gaat om de corona regels dan krijg je veel voor de kiezen. Ik maak me zelf vooral zorgen om de jongeren die hun identiteit aan het ontwikkelen zijn en hun leven naar volwassenheid aan het opbouwen zijn. Er werd vaak naar ze gewezen, maar ik zie juist dat deze jongeren vaak de maatregelen heel serieus nemen. Als studenten een huisfeestje hebben doen ze een zelftest van te voren. Het gros stond ook vooraan om zich te laten vaccineren. De tijd in je leven dat je met leeftijdgenoten wil zijn, zonder je ouders het leven ontdekken wordt nu enorm belemmerd. Er zijn grenzen aan de veerkracht.

Wat merken wij in de praktijk?

We zien meer jongeren met angst en somberheidsklachten, maar ook identiteitsproblemen. Ze hebben een onzeker toekomstperspectief. De coronapandemie is nog steeds onder ons en dan zijn er ook zorgen om het klimaat. Hun opleiding doen ze onder lastige omstandigheden, stages kunnen vaak niet doorgaan of moeten online. Op een middelbare school is het lastig vrienden maken wanneer je er aan begint in een lockdown.

Door corona is er een andere houding ontstaat t.a.v. sociale omgangsvormen en aanraken, zoenen etcetera. Wat betekent het dat er meer afstand gehouden wordt (bijvoorbeeld van opa’s en oma’s)? Wat doet dit met een kind en jongeren?

Het grappige is dat sommige jongeren het ook fijn vinden dat ze niet meer iedereen standaard hoeven te zoenen. Ik ben ook benieuwd of de drie zoenen terug komen of dat we elkaar meer gewoon een knuffel gaan geven. Ik weet niet of er zoveel afstand gehouden werd van opa’s en oma’s. Bij ons worden veel kinderen voor sessies gebracht door hun opa of oma, zij passen nog veel op. Van jonge kinderen kun je dat ook niet vragen. Voor een deel zullen sommige omgangsvormen terugkomen en voor een deel komen er andere voor in de plaats, de boks bijvoorbeeld en de eerder genoemde knuffel. Wat ingewikkelder is dat kerst opnieuw niet samen gevierd kan worden, dat verjaardagen er anders uit zien en misschien nog wel erger dat begrafenissen heel anders beleefd kunnen worden. Ik heb de afgelopen anderhalf jaar zelf drie online begrafenissen bij gewoond. Aan de ene kant is het fijn dat het kan, maar aan de andere kant ook heel verdrietig wanneer je de nabestaanden tot steun wil zijn. Van verpleegkundigen weet ik dat begrafenissen ook veel besmettingsrisico gaven, vooral voor ouderen. Afscheid nemen van een overleden dierbare is niet iets wat je over kunt doen, dan is het heel verdrietig dat je je aan allerlei beperkingen moet houden.

Ontstaan er nieuwe omgangsvormen voor kinderen onderling ontstaan door de pandemie?

Die indruk heb ik niet, zodra de maatregelen wat versoepelden zag ik jongeren weer meer met elkaar afspreken en ook kinderfeestjes werden gevierd. Misschien zelfs wel uitgebreider, omdat het bij de vorige verjaardag niet kon. Ik zie dat kinderen creatief zijn in hoe ze met elkaar om gaan. Dat zagen wij ook op het moment dat wij beeldbelsessies moesten hebben met kinderen. Ik ben elke keer weer onder de indruk van de veerkracht en creativiteit van kinderen. Hoe wij als volwassenen er mee omgaan doet er voor kinderen toe. Coping, hoe je met situaties omgaat leer je primair van je ouders.

Begrijpen (jonge) kinderen in wat voor een tijd we zitten?

Ik noemde eerder al de media en de impact daarvan op volwassenen. Voor kinderen geldt dat ook. Het jeugdjournaal dat over de persconferenties verslag doet, klokhuis die uitlegt wat een virus nou eigenlijk is en hoe een vaccin werkt. Kinderen krijgen dat mee. Je moet bij kinderen aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau. Vertrouwen laten zien als ouders is ook belangrijk. We weten dat angst bij kinderen gevoed kan worden door de angst die ouders laten zien. Lukt het je als ouder om te kijken naar wat wél kan, naar wat er nog wél is of laat je als ouder vooral je eigen onvrede zien. Dat zien kinderen en dat voelen ze. Maak je van het handen wassen meer een tussen neus en lippen door activiteit of ben je panisch als er een keer niet meteen handen gewassen kunnen worden of moeten je kinderen steeds handgel gebruiken. Wij hebben op de praktijk ook handgel staan. Het viel me op dat kinderen al heel snel automatisch dat gebruikten als ze bij me binnen kwamen (ouders, of opa en oma doen daar soms moeilijker over). Kinderen wennen snel aan een nieuwe situatie. Het is wel goed om serieus te reageren op de vragen die ze hebben.

Wat is de impact van de beperkingen op sportactiviteiten op kinderen en jongeren?

Net als school zijn de sportverenigingen plekken waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten, waar ze sociale vaardigheden leren, afspreken om samen te fietsen, conflicten leren oplossen. Wanneer ze daar niet naar toe kunnen ontnemen we ze een deel van hun ontwikkeling. Gelukkig kan er wel gesport worden nu, maar zijn de tijden weer aangepast. Voor sommige kinderen is het heel naar dat ouders niet mee mogen. Jonge kinderen die voor het eerst op zwemles gaan en in hun eentje daar naar toe moeten is natuurlijk niet fijn, voor zowel de kinderen als de ouders. Tegelijkertijd weten die jonge kinderen niet beter. Voor oudere kinderen is vooral de sociale beperking rot.

Wat betekent de pandemie voor de toekomst van de huidige jongere generatie (na corona)?

Ik maak me vooral zorgen om het onzekere toekomstperspectief. De onzekerheid van hoe Corona zal verlopen met de verschillende varianten en het klimaat, maar ook waar ze kunnen wonen is een belangrijk issue. De zorg om de toekomst is dus breder dan Corona. Wat betreft de middelbare scholieren van nu zie ik belemmeringen in hun sociale ontwikkeling en hun identiteitsontwikkeling. Ik zie ook veel druk vanuit het onderwijs. Enerzijds moeten kinderen presteren en willen de scholen goede examenresultaten halen, maar aan de andere kant hebben veel ze onderwijstijd gemist. Dat geeft veel stress bij jongeren. Maar ik zie ook dat hun flexibiliteit en weerbaarheid versterkt worden. Onderzoek en de toekomst zullen uitwijzen wat het voor deze generatie betekend heeft.

Zorg, een gemankeerde markt

Met ingang van 1 januari 2022 vindt er een revolutionaire verandering plaats in de geestelijke  gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz). In samenspraak tussen verzekeraars en  branchevertegenwoordigers is bedacht om voortaan weer per verrichting te betalen.  Zorgverleners en zorgverzekeraars moeten meer elkaars taal gaan spreken: nu noemen zorgverleners wat ze verlenen zorg en verzekeraars noemen dat schade. In het  zorgprestatiemodel noemen we de zorg prestaties.

In de tijd dat ik begon noemden we het consulten. Mijn zoon zou zeggen potéto/potáto, ik oude wijn in nieuwe zakken. Het idee is dat er minder administratieve lasten zijn (lees: voor de verzekeraars geen verschillende bekostigingen meer zoals een behandeltraject generalistische basis ggz (GBGGZ) of diagnose behandelcombinatie (DBC). Voor de patiënt was het niet duidelijk wat er in de gedeclareerde behandelminuten daadwerkelijk zorg voor hem of haar was. Voor de zorgverlener heel vervelend dat je pas aan het eind van de behandeling betaald werd. In 2008 werd deze traject- en DBC bekostiging overigens als het ei van Columbus gezien.

Wat ik hierboven beschrijf, geldt overigens voor de ggz voor mensen die 18 jaar en ouder  zijn. De ggz voor onze kinderen en jongeren valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat leek een goed idee, omdat gemeentes beter zouden weten wat voor zorg kinderen en hun ouders nodig zouden hebben. Deze transitie ging in op 1 januari 2015 en daar ging een paar jaar voorbereiding aan vooraf, waarbij we als zorgverlener serieus Europees moesten aanbesteden. We moesten ons verdiepen in de wereld van Tenders* en zaten wekelijks bij verschillende gemeentes aan de koffie en met enige mazzel ook nog met een broodje erbij. Het maakt nu uit waar je met je gezin woont welke zorg je voor je kind kunt krijgen en voor ons als zorgverlener maakt het uit waar je praktijk staat en met welke gemeentes je een contract hebt hoe je inkomen er uit ziet.

De gemene deler is dat de zorg meer markt moest worden. Dat zou het einde betekenen van  de wachttijden, dat zou de kwaliteit verhogen (hoe is me een raadsel) en cliënten hebben  wat te kiezen. Ik zeg altijd dat iedereen op een slecht moment in zijn of haar leven zorg nodig  heeft en dat je er dan van op aan wil kunnen dat je kwalitatief goede zorg krijgt en dat je  hoofd er dan niet naar staat om van alles te kunnen of moeten kiezen. Zorg is geen brood  wat je bij de bakker koopt.

De marktwerking heeft alles behalve kortere wachttijden opgeleverd. Voor de volwassen ggz komt dat onder andere door de budgetplafonds die verzekeraars hanteren (ga je over dat budget heen dan dan wordt de verleende zorg niet meer vergoed). In de jeugd ggz was de transitie naar de gemeente ook ingegeven door bezuiniging. Lees: vooral de specialistische zorg moest eraan geloven. Ik herinner me nog dat ik met een wethouder om tafel zat die mijn ambulante zorg aan kinderen en jongeren vergeleek met de observatie opname van een instelling voor kinderpsychiatrie.

In de overgangsperiode (overigens een harde knip op 1-1-2008) naar de GBGGZ heb ik mijn  inkomen moeten voorfinancieren. Gelukkig zag ik dat aankomen en had ik een spaarpot aangelegd, zodat ik geen beroep hoefde te doen op de voorschotregelingen van de  verzekeraars met alle risico’s van dien. Tijdens de transitie jeugdzorg heb ik in het begin een jaar moeten wachten op de betalingen. Gelukkig had ik daarnaast ook nog volwassenen in behandeling en had ik toch wat inkomsten. Nu komt er weer een harde knip aan en de praktische uitwerking voor ons zorgverleners (‘ja heus, minder administratieve last!’) is allerminst duidelijk. Gelukkig zie ik ook nog kinderen en lopen die declaraties op dit moment in onze  regio goed.

 

Wanneer ik op een verjaardag andere ondernemers wel eens vertel over hoe onze branche georganiseerd is, zijn ze verbijsterd. We mogen ons eigen tarief niet bepalen wat in een  daadwerkelijke markt best raar is. Begrijp me goed, dat vind ik prima; ik ben niet in de zorg  gaan werken om miljonair te worden, maar ik doe wel complex werk waar een redelijk tarief  tegenover moet staan. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) berekent deze tarieven, maar  om het toch op een markt te laten lijken mogen de verzekeraars bepalen dat je voor minder  dan het berekende marktconforme tarief moet werken. De marktwerking in de zorg is een  gemankeerde markt waar de verzekeraars alle troeven in handen hebben en wij  zorgverleners mogen tekenen bij het kruisje. En dan maakt het niet uit of we zorg consulten,  dbc’s of prestaties noemen.

*Een tender is een procedure waarbij door middel van inschrijving getracht wordt een bepaalde dienst of product te verkrijgen, in ons geval dat onze zorg ingekocht werd door de gemeentes waarvoor wij werkzaam zijn

Doe iets nieuws!

‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.

Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.

Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!

Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.

Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.

(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)

Avondklok

Zij zit vandaag bij de helpdesk van mijn online patiëntendossier. Ze heeft me uit de penarie geholpen, terwijl er een meisje door het beeld liep en ik een jongetje op de achtergrond hoor. “Hoe hou je het vol?” Nu de kinderen niet naar school kunnen en thuis les krijgen en zij ook vanuit huis moet werken heeft ze als alleenstaande moeder heel veel ballen in de lucht te houden. Ze heeft een strak schema, staat op tijd op, zodat ze zelf even rustig kan douchen en de dag starten. Daarna komt het huis tot leven. Pieter staat meteen te popelen om de dag te beginnen, terwijl Joost zijn bed niet uit te branden is. Joost zit in 2 HAVO en wil het allemaal zelf regelen. Marit zit in groep 7 en is heel serieus, maar heeft moeite met opstarten. Pieter is enthousiast, maar kan zijn aandacht er vaak niet goed bijhouden. Ze vertelt dat ze bij het ontbijt de planning van de dag doorneemt. Ze wil dat Joost aangekleed deelneemt aan de les, maar dat lukt niet altijd. Hij is dan zo dwars. Het lukt haar niet om altijd  consequent te blijven. Pieter zit in groep 5 en heeft nog veel begeleiding nodig bij zijn werk. Hij heeft elke dag een ‘meet’ met zijn juf om elf en twee uur. Daarom heen zorgt ze dat hij zo goed en zo kwaad als het gaat zijn schoolwerk doet. “Hoe doe je dat met je eigen werk?” Tja, daar vraag ik wat. Ze probeert in ieder geval haar eigen (zoom)afspraken zoveel mogelijk op de tijden te plannen dat Pieter bij de les wordt gehouden door zijn juf. Daarom heen probeert ze mails te beantwoorden. Zoals bij mij moet ze soms mee kijken om de problemen op te lossen. Ze proberen ook elke dag naar buiten te gaan. Pieter en Marit hebben kiezels uit de tuin beschilderd en verstopt in de buurt. Ze hebben de grootste lol als ze bij een volgend rondje verdwenen zijn en soms liggen er andere voor in de plaats. Ze houdt het ook vol, omdat ze ’s avonds als de jongsten slapen (bij Joost brandt het licht nog lang, maar stiekem vindt ze dat wel fijn) zelf aan de wandel gaat. Als je dacht dat het stil op straat is heb je het mis. Iedereen lijkt wel een hond te hebben en loopt nog een ommetje. Zelf loopt ze de wijk uit naar de weilanden. Daar hoort ze ganzen overvliegen en soms hoort ze een uil. Dat is haar moment. Dan kan ze even opladen. Ze praat zichzelf moed in dat het heus ooit weer beter wordt en dat ook zij een keer aan de beurt is voor vaccinatie. Ze kijkt steeds minder naar het nieuws, maar de persconferentie bekijken ze samen en toen kwam het bericht… de avondklok, na 21 uur niet meer de deur uit! Daar ging haar oplaad momentje. “En?” Met pretlichtjes in haar ogen zegt ze dat zij nu het laatste rondje met de buurhond doet. Buren blij, zij blij. Maandag mogen Pieter en Marit weer naar school. Haar baas zal er blij mee zijn, omdat ze dan weer productiever is. Zelf zal ze die bedrijvigheid in huis ook wel een beetje missen. Het voordeel is dat ze meer tijd voor Joost heeft. Terwijl ze het vertelt beseft ze zich dat er aan alles twee kanten zit.

Geloof, hoop en liefde, de grootste daarvan is liefde

De hele wereld is in de ban van een pandemie en in deze bijzondere tijd proberen we toch onze feesten te vieren. Kerst, het suikerfeest, Chanoeka en al die andere rituele feesten die dit jaar anders dan anders zijn. We willen het graag samen vieren met familie en vrienden. Lang gedekte tafels en lekker eten, cadeautjes uitwisselen, delen.

Dit jaar kan dat niet en ben je aangewezen op je eigen huishouden. Voor sommige mensen is dat een bezoeking en gezien het aantal besmettingen na dit soort feesten lukt het niet iedereen zich aan de maatregelen te houden. Voor andere mensen biedt het een soort troost, zij zijn anders als enige alleen, althans zo voelt het en nu niet.

De kerstdagen liggen net achter ons en wat bleek, we stuurden elkaar weer meer kaarten. We probeerden het in kleine kring toch gezellig te maken en kochten massaal meteen na Sinterklaas al een kerstboom. We hingen nog meer verlichting op dan anders. We bestelden héél veel cadeautjes voor elkaar. En ook al is twitter vaak een scheldmedium, er kwamen nu heel veel lieve tweets voorbij.

Ja, er zijn een paar roeptoeters die dwars door de speech van de minister-president lawaai maakten. Ook zijn er jongeren (en sommige volwassenen) die het er niet mee eens zijn dat er geen vuurwerk verkocht mag worden. Volgens mij is dit de minderheid. De meeste mensen doen hun best om het virus er onder te krijgen en hopen op een beter 2021.

Voor ondernemers die hun bedrijf failliet zien gaan, mensen die hun baan kwijtgeraakt zijn of voor hen die dierbaren verloren zijn is het een moeilijke tijd. De overledenen komen niet terug en je kunt het afscheid niet meer overdoen. Voor jongeren voelt het soms alsof hun leven stil staat. Voor hen is het nog belangrijker om te weten dat ze niet alleen staan.

De pandemie brengt ons dichter bij waar het werkelijk om gaat. Meer in het hier en nu zijn en ontdekken wat echt belangrijk voor je is. De onzekerheid over de toekomst kan je angstig maken. Vooral als je te ver vooruit kijkt, maar als je nu buiten de ondergaande zon ziet of de twinkelende lichtjes in de kerstboom krijgt de angst minder kans.

De titel is een bijbel tekst die ik goed ken uit mijn jeugd. Geloof staat voor vertrouwen hebben, vertrouwen dat het goed komt, dat er betere tijden komen. Hoop doet leven is het gezegde. Hoop helpt te vertrouwen op momenten dat dat het moeilijkst is. Juist deze kerst merkte ik dat deze bijbel tekst zo gek niet is, want zonder de liefde kan geen mens. De liefde voor je geliefde, voor je kinderen, voor je ouders en voor je vrienden. We kunnen onafhankelijk zijn, omdat we ons verbonden weten. Laten we daarom wat liever zijn voor elkaar en in de gaten houden wie in je omgeving de verbinding kwijt is. Corona of niet, laten we wat meer omkijken naar elkaar.