Een nieuw jaar, een nieuw begin

We wandelen het nieuwe jaar in. Voor velen van ons een reden om na te denken wat we willen, starten met goede voornemens. Het voelt als nieuwe rondes, nieuwe kansen en dat is het ook. Maar elke dag heeft nieuwe rondes en nieuwe kansen! Dit jaar ben ik 30 jaar praktiserend psycholoog en gaat mijn praktijk ook een nieuwe fase in. Ik blijf supervisie geven. Daarnaast ga ik trainingen opstarten (heb ik eerder gedaan, maar het kwam er maar niet van om het weer op te pakken) en ga ik op een andere manier behandelen. Wandelend in het buitengebied van Castricum of online. Wie weet wandelt u een stukje met mij mee. Ik wens iedereen een mooi en gezond 2024 en bovenal in verbinding!

Einde van het jaar

Aan het einde van het jaar zijn we geneigd om terug te kijken naar het afgelopen jaar. De lijstjes, aangevoerd door de top 2000 zijn niet aan te slepen. Wie zijn er overleden, wat waren de beste boeken en de slechtste films van het jaar. Ook blikken we vaak vooruit. Wat gaat het nieuwe jaar ons brengen en sommige van ons hebben ook nog goede voornemens. Nu écht stoppen met roken, minder drinken en meer sporten. Het einde van het jaar is ook een tijd van bezinning. Doe ik nog de dingen die ik graag wil doen. Ben ik met de mensen met wie ik graag wil zijn. Kortom leef ik naar mijn waarden en doe ik de dingen die belangrijk voor me zijn. Daarvoor is het nodig om van een afstand te kijken naar de dingen die je gedaan hebt, nog wil doen en of die passen bij wat belangrijk is voor jou. Daarbij kan het helpen om te gaan voelen. Voel ik me goed bij wat ik doe of krijg ik er hoofdpijn van. Sta ik onder druk en waar maak ik me zorgen over. Hier de tijd voor nemen geeft geen instant oplossing, maar kan je wel de weg wijzen waar je naar toe wil. Je kunt druk ervaren op je werk, je niet goed (meer) voelen in je relatie of je juist heel erg zorgen maken over de samenleving. Door afstand te nemen, stil te staan en te voelen kun je hier meer zicht op krijgen. Daarna kun je kijken wat wel of niet binnen je cirkel van invloed ligt. Als het gaat om de samenleving, het klimaat of oorlog kun je je erg machteloos voelen. Onderzoek dan welke kleine bijdrage je wel zelf kunt doen waardoor je je iets minder machteloos voelt. Iets aardigs doen voor je alleenstaande buurman, de kachel een graadje lager zetten, een donatie aan een goed doel. Het afgelopen jaar heeft je misschien ook mooie dingen gebracht. Fijne momenten met familie en vrienden, mooie samenwerkingen. Die nog eens de revue laten passeren kan een enorm gevoel van voldoening en dankbaarheid geven. En een nieuw jaar biedt altijd weer nieuwe rondes, nieuwe kansen. Op naar 2024!

Waar doen ze het toch van

Ze trokken al jaren samen op. Woonden in het zelfde buurtje in een vergelijkbaar huis. Erg gezellig om dicht bij elkaar te wonen en zo nodig op elkaars kinderen te kunnen passen. Met de kinderen waren ook de eerste rimpelingen gekomen. Het leek wel of hun kinderen alles konden, gemakkelijk leren, muzikaal en ook nog sportief. Haar eigen kinderen hadden niks met muziek en er waren veel gesprekjes met de juf. Voor haar zoon, omdat hij het lastig vond om met de andere kinderen om te gaan. Voor haar dochter, omdat zij vermoedelijk dyslectisch was. Teamsporten waren voor haar beide kinderen niks, maar gelukkig vond haar zoon atletiek wel leuk en hield haar dochter van zwemmen. Ze ging nu voor haar snorkeldiploma. Soms voelde ze een steek van jaloezie. Wat zou het fijn zijn als haar kinderen ook ergens echt goed in zouden zijn. En ja hoor, hun dochter had de hoofdrol in de groep acht musical. Bovendien ging ze naar het gymnasium. Deze zomer gingen ze ook nog een reis maken naar Thailand. Zelf werd ze het meest blij van kamperen, maar ergens stak het toch. Waar deden ze het toch van? Ze vond deze gevoelens vervelend. Wilde niet jaloers zijn. Haar man snapte er niks van. Hij vond hun leven prima zo en ook niks mis met de kinderen ‘ik ben zelf ook dyslectisch en ook prima terecht gekomen’ zei hij als ze er een opmerking over maakte. Waarom had hij hier geen last van en zij wel? Ze was sowieso vaak onzeker. Op haar werk niet zo. Ze wist dat ze goed was in haar grafische vormgeving, maar privé wel. Was ze wel aardig genoeg. Zouden ze haar wel mee vragen naar de film. Was haar huis leuk genoeg. Op de verjaardag van haar kinderen was ze altijd extra gespannen. Zouden er wel mensen komen en zouden ze het wel gezellig vinden? Op de dag zelf was ze dan altijd snibbiger dan ze zou willen met als gevolg dat ze nog onzekerder werd en boos op zichzelf. Die verjaardag leidde het ook tot ruzie met de vrienden die deze keer niet wilden blijven eten, omdat ze nog een verjaardag hadden.

Deze uitbarsting was voor cliënte aanleiding om zich bij ons aan te melden. Ze wilde deze jaloerse gevoelens niet meer en meer tevreden zijn met haar eigen leven. Jaloerse gevoelens hangen vaak samen met onzekerheid om afgewezen te worden en een gevoel van tekort schieten, niet goed genoeg zijn. In dit geval ook dat haar kinderen niet goed genoeg zijn. Daarnaast zijn de gevoelens van afgunst (‘waar doen ze het toch van’) ook een verwijzing naar de eigen verlangens (‘wat wil ik in mijn leven’) en zelfbeeld (‘ben ik wel goed genoeg’). Jaloezie en afgunst zijn negatieve emoties en vaak hebben we moeite met het accepteren van negatieve emoties. Toch is het goed om ze onder ogen te zien en te erkennen dat het voor jou zo voelt. Daarnaast kunnen we gaan kijken wat maakt dat ze juist in dit contact jaloezie voelt. Als je blij wordt van je eigen kampeervakanties waarom zou je dan jaloers zijn op hun reis naar Thailand. Of zou je het misschien zelf ook graag willen (verlangen) of denk je dat je het eigenlijk zou moeten doen (zelfbeeld). Door samen op onderzoek te gaan naar haar eigen waarden en verlangens en naar haar relatie met haar zelf (ik ben goed zoals ik ben) krijgt ze meer zicht op de voedingsbodem van de jaloezie. Door de gevoelens niet weg te duwen, maar juist te erkennen komt er ruimte om ze milder te laten worden. Door die ruimte kun je ook door een mildere bril naar je eigen kinderen kijken en focussen op hoe leuk ze zijn en wat er allemaal wel goed gaat. En wat het contact met de vrienden betreft? Je hoeft je dan niet meer af te vragen waar ze het van doen en gunt ze van harte hun reis naar Thailand.

(De genoemde cliënt is fictief; elke overeenkomst met bestaande personen berust op toeval)

Acceptatie

Omdat ik veel gebruik maak van acceptance en commitment therapy oftewel ACT krijg ik veel vragen over wat bedoeld wordt met acceptatie. Moet je dan alles maar over je heen laten komen en accepteren wat is? Betekent het dat je niets kunt doen en alles maar laten zoals het is? Nee, dat betekent het niet. Acceptatie gaat over het onder ogen zien van de nare situatie, de vervelende gevoelens of de pijn. Juist heel uitgebreid stil staan bij de narigheid en erkennen dat het er is. Beseffen dat het jóuw pijn, jóuw verdriet is, dat jíj het bent die in deze rotsituatie zit. Met het erkennen dat het er is gun je jezelf dat het nare gevoel er mag zijn, de angst, de pijn. Je vecht er niet meer tegen (als je een tegel op onkruid gooit is het onkruid even weg, maar het zal er snel onder vandaan groeien). Als je stopt met vechten kan er meer ruimte komen voor het nare gevoel. Dat klinkt eng, want wordt het dan juist niet erger? Nee, het krijgt de ruimte die het verdient en je kunt het in beter in perspectief gaan zien. Wanneer je tegen alle nare gevoelens vecht zal het gevoel de roze olifant in de kamer worden en steeds meer aandacht vragen (om de vergelijking met onkruid door te trekken, ‘trekken is stekken’ je kunt ook de definitie van onkruid bijstellen 😊). Erkennen dat je in een rotsituatie bent terecht gekomen door ziekte, ontslag, een scheiding betekent dat je jezelf dat verdriet mag gunnen, dat je mild voor je zelf kunt worden. We weten vaak heel goed wat we tegen de ander moeten zeggen in die situatie, maar voor onszelf zijn we veel harder. Acceptatie gaat ook over het omarmen wat er nu in je leven speelt, maar vaak ook nare situaties uit je verleden. Jij bent niet die nare situatie, maar het hoort wel bij je levensverhaal. En als je bereid bent om het te erkennen en zelfs te omarmen en je stopt met vechten komt er ruimte om te kijken naar wat er nog meer is in je leven, de mooie gevoelens, de goede herinneringen. Dus niet bij de pakken neer zitten, maar actief het gevecht stoppen. Daar gaat acceptatie over.

Doe iets nieuws!

‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.

Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.

Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!

Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.

Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.

(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)

Avondklok

Zij zit vandaag bij de helpdesk van mijn online patiëntendossier. Ze heeft me uit de penarie geholpen, terwijl er een meisje door het beeld liep en ik een jongetje op de achtergrond hoor. “Hoe hou je het vol?” Nu de kinderen niet naar school kunnen en thuis les krijgen en zij ook vanuit huis moet werken heeft ze als alleenstaande moeder heel veel ballen in de lucht te houden. Ze heeft een strak schema, staat op tijd op, zodat ze zelf even rustig kan douchen en de dag starten. Daarna komt het huis tot leven. Pieter staat meteen te popelen om de dag te beginnen, terwijl Joost zijn bed niet uit te branden is. Joost zit in 2 HAVO en wil het allemaal zelf regelen. Marit zit in groep 7 en is heel serieus, maar heeft moeite met opstarten. Pieter is enthousiast, maar kan zijn aandacht er vaak niet goed bijhouden. Ze vertelt dat ze bij het ontbijt de planning van de dag doorneemt. Ze wil dat Joost aangekleed deelneemt aan de les, maar dat lukt niet altijd. Hij is dan zo dwars. Het lukt haar niet om altijd  consequent te blijven. Pieter zit in groep 5 en heeft nog veel begeleiding nodig bij zijn werk. Hij heeft elke dag een ‘meet’ met zijn juf om elf en twee uur. Daarom heen zorgt ze dat hij zo goed en zo kwaad als het gaat zijn schoolwerk doet. “Hoe doe je dat met je eigen werk?” Tja, daar vraag ik wat. Ze probeert in ieder geval haar eigen (zoom)afspraken zoveel mogelijk op de tijden te plannen dat Pieter bij de les wordt gehouden door zijn juf. Daarom heen probeert ze mails te beantwoorden. Zoals bij mij moet ze soms mee kijken om de problemen op te lossen. Ze proberen ook elke dag naar buiten te gaan. Pieter en Marit hebben kiezels uit de tuin beschilderd en verstopt in de buurt. Ze hebben de grootste lol als ze bij een volgend rondje verdwenen zijn en soms liggen er andere voor in de plaats. Ze houdt het ook vol, omdat ze ’s avonds als de jongsten slapen (bij Joost brandt het licht nog lang, maar stiekem vindt ze dat wel fijn) zelf aan de wandel gaat. Als je dacht dat het stil op straat is heb je het mis. Iedereen lijkt wel een hond te hebben en loopt nog een ommetje. Zelf loopt ze de wijk uit naar de weilanden. Daar hoort ze ganzen overvliegen en soms hoort ze een uil. Dat is haar moment. Dan kan ze even opladen. Ze praat zichzelf moed in dat het heus ooit weer beter wordt en dat ook zij een keer aan de beurt is voor vaccinatie. Ze kijkt steeds minder naar het nieuws, maar de persconferentie bekijken ze samen en toen kwam het bericht… de avondklok, na 21 uur niet meer de deur uit! Daar ging haar oplaad momentje. “En?” Met pretlichtjes in haar ogen zegt ze dat zij nu het laatste rondje met de buurhond doet. Buren blij, zij blij. Maandag mogen Pieter en Marit weer naar school. Haar baas zal er blij mee zijn, omdat ze dan weer productiever is. Zelf zal ze die bedrijvigheid in huis ook wel een beetje missen. Het voordeel is dat ze meer tijd voor Joost heeft. Terwijl ze het vertelt beseft ze zich dat er aan alles twee kanten zit.

Vals alarm!

We hebben al sinds maart Corona stress en nu is er dan de nieuwe lockdown. Sommige mensen waren al meer gespannen dan fijn voelt en sommigen hebben zelfs last van paniek. Paniek is een soort vals alarm in het brein. Paniek ontstaat door een normale lichamelijke reactie op stress (vaak is de stress meer dan je gezien de situatie zou verwachten). We kennen allemaal wel de stresspiek (een adrenalinestoot) die we voelen als iets net goed is gegaan (een bijna botsing met je auto of iets wat je bijna uit je handen glipt). Je voelt dan even een piek in je stress die meteen weer afzakt (afhankelijk van de situatie duurt dit iets korter over langer). Daarnaast kennen we ook meer chronische stress (de cortisol is voor langere tijd verhoogd) wanneer we langere tijd onder druk iets moeten doen of langere tijd ergens over in onzekerheid zijn. Wanneer de kust weer veilig is (de klus is geklaard of er is weer meer duidelijkheid) zakt het cortisol niveau vaak weer af. Soms (vaak na te lange periodes van stress) gaat er in dit systeem iets mis. Je brein geeft dan een soort vals alarm en reageert voortdurend alsof er enorme dreiging is, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is (je zit gewoon rustig op de bank, je ligt in je bed of je staat in de rij bij de kassa). Het helpt om jezelf te leren gerust te stellen, zodat het systeem weer kan herstellen (in je brein wordt moord en brand gebruld, maar je brein kan dit ook zelf weer bijsturen naar de realiteit). In de praktijk gebruik ik al jaren de tien regels bij paniek (de herkomst is niet helemaal meer duidelijk, maar komt wel uit de cognitieve gedragstherapie). Bij deze voor iedereen die wel wat meer ontspanning kan gebruiken!

TIEN REGELS OM MET PANIEKGEVOELENS OM TE GAAN

  1. Denk eraan, dat de gevoelens niet méér zijn dan een erge vorm van een normale lichamelijke reactie op spanning.

 

  1. De paniekgevoelens zijn in het geheel niet gevaarlijk, alleen onplezierig. Er zal niets ergs gebeuren.

 

  1. Voeg geen beangstigende gedachten toe aan de paniek, over wat er gebeurt en wat daar het gevolg van zou kunnen zijn.

 

  1. Let erop wat er werkelijk gebeurt in je lichaam op dit moment, denk niet aan wat er zou kunnen gebeuren.

 

  1. Wacht en geef de angst de tijd om te verdwijnen. Vecht er niet tegen en ren er niet voor weg. Accepteer de angst.

 

  1. Let erop, dat wanneer je geen beangstigende gedachten toevoegt de angst vanzelf afzakt.

 

  1. Denk eraan dat het er bij het oefenen om gaat te leren hoe je met angst om moet gaan zonder het te vermijden. Dus is dit een gelegenheid om vooruitgang te behalen.

 

  1. Denk aan de vooruitgang die je tot nu toe gemaakt hebt, ondanks alle moeilijkheden. Denk eraan hoe tevreden je zult zijn als het deze keer lukt om niet weg te gaan.

 

  1. Als je je beter begint te voelen, kijk dan een beetje rond en begin te denken aan wat je nu zult gaan doen.

 

  1. Als je klaar bent om verder te gaan begin dan langzaam op een ontspannen manier. Het is niet nodig om je te haasten.

Wat als mijn kind een ‘label’ krijgt?

Vaak krijg ik de vraag waarom we eerst goed willen kijken wat er aan de hand is voordat we met behandeling starten. Vooral ouders die hun kind bij ons aanmelden zijn daar onzeker over. Ze zijn bang dat hun kind een label krijgt en kunnen daar niet goed de gevolgen van overzien. Als voorbeeld gebruik ik hier de diagnose autisme of liever gezegd een autisme spectrum stoornis.

Kas* wordt bij ons aangemeld als hij bijna 10 jaar is. Kas is altijd een bijzonder kind geweest. Hij is bang voor vuurwerk en wil niet naar kinderfeestjes, omdat ze daar misschien ballonnen laten knappen. Als baby schrikt hij van harde geluiden en als dreumes is hij snel van slag, maar is hij  ook erg lief en kan heel zoet zichzelf vermaken. Kas is enig kind, dus kunnen zijn ouders hem niet vergelijken met andere kinderen. Ze spreken er over met de consultatiebureau arts, de peuterspeelzaal juf en de leerkrachten op school. ‘Hij is vast hoogsensititief’ en ‘hij heeft behoefte aan structuur’ krijgen ze te horen wanneer ze ongerust zijn over zijn gedrag en ontwikkeling. Opmerkingen die sussen, maar Kas niet helpen. In groep vier gaat hij naar een kindercoach, omdat hij vaak conflicten op het plein heeft. De conflicten zijn nu minder, maar hij staat vaak alleen in de pauze. Nu hij naar groep 7 gaat heeft de intern begeleider op school geadviseerd om hem te laten onderzoeken, omdat de middelbare school in zicht komt. Wanneer ik ze spreek zijn ze onzeker over de aanmelding. Voor hen is hij goed zoals hij is. Wanneer ik Kas met zijn ouders uit de wachtkamer haal zie ik een verlegen jongen met zijn capuchon ver over zijn hoofd getrokken. Hij wil hier liever niet zijn. Na een tijdje krijg ik wat meer contact, maar zie ik ook dat hij snel weg kijkt. Ik vraag of hij het vervelend vindt om mij aan te kijken. Hij vertelt dat hij altijd te horen krijgt dat hij iemand moet aankijken, van de juf, zijn ouders, opa en oma en dat hij dat maar stom vindt.

Na intake, een uitgebreide ontwikkelingsanamnese** met ouders en gedragsobservatie vragenlijsten voor ouders en leerkracht bespreek ik met zijn ouders dat ik vermoed dat er sprake is van autisme. Ze vertellen me dat ze daar zelf ook al eens aan gedacht hebben. Een broer van vader is altijd een buitenbeentje geweest en de hele familie vermoedt dat hij autisme heeft. Kas zelf reageert verrassend goed. Hij is (tot verbazing van ouders) al vaker uitgescholden voor autist, dus nu wil hij ook wel weten of hij het heeft.

Ouders vragen me wat het toevoegt om de diagnose te weten. Ik geef aan dat het niet om het label gaat, maar om het gedrag te leren begrijpen en dat het dan ook fijn is dat je het gedrag kunt vatten in een naam. Als je het gedrag beter leert begrijpen kan Kas ook leren zichzelf beter te begrijpen. Ouders kunnen handvatten krijgen hoe ze met hem om kunnen gaan en het zelfde geldt voor school. Ik zeg altijd dat er zoveel vormen van autisme zijn als er mensen met autisme zijn en dat het daarom ook goed is om verder onderzoek*** te doen.

Tot dusver zijn er al allerlei uitspraken over Kas gedaan en heeft hij zelf al veel commentaar gekregen. Dat doet ook wat met zijn zelfbeeld. Kas blijkt erg onzeker te zijn en geen positief zelfbeeld te hebben. Ook schat hij zijn schoolse vaardigheden laag in, terwijl hij het goed doet op school.

De ouders gaan akkoord met onderzoek, omdat Kas zelf dit ook graag wil. Na uitgebreid onderzoek wordt duidelijk dat er inderdaad sprake is van een autisme spectrum stoornis bij een hoge intelligentie. Kas is verbaasd over zijn hoge intelligentie, want hij dacht eigenlijk dat hij dom was. Dat hij autisme heeft maakt hem blij en verdrietig tegelijk. Ook voor ouders vallen er puzzelstukjes op hun plaats, maar is er ook zorg om de toekomst. Zowel ouders als Kas krijgen uitleg over de stoornis en op school bespreken we wat nodig is om Kas meer te kunnen laten profiteren van het onderwijs. Er zullen best wat hobbels op zijn pad komen, maar weten wat er aan de hand is helpt om de hobbels te kunnen nemen.

*De naam Kas is gefingeerd.

** Vragen over zwangerschap, bevalling, vroege ontwikkeling en verloop van de ontwikkeling

***https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Richtlijnen/Zoek-een-richtlijn (richtlijn diagnostiek autisme bij jeugdigen)

Een mens lijdt het meest door het lijden wat men vreest (en soms op komt dagen)

Ze zat er verslagen bij, een beetje grauwe kleur, vermoeide ogen en een trieste blik. De huisarts had haar verwezen, omdat ze voor de zoveelste keer om slaapmedicatie had gevraagd. Hij vond dat het maar eens klaar moest zijn met de ‘pammen’ en ze moest nu maar eens gaan onderzoeken waarom ze zo slecht sliep en zoveel piekerde. Een mens lijdt het meest onder het lijden dat men vreest (en nooit op komt dagen… nou ja, soms wel). Ze vreesde veel lijden, maar had ook wel het nodige mee gemaakt. Ze was jong haar vader verloren en tot twee keer toe door haar partner verlaten. Een van de kinderen was inmiddels het huis uit en met de ander kreeg ze moeilijk contact. Hij ging zijn eigen gang. Elke ochtend pakte ze zichzelf weer aan om naar het werk te gaan. Als de dood dat ze dat ook zou verliezen. In het bedrijf werd de zoveelste reorganisatie aangekondigd. Ik zeg dat het ook wel veel is. Ik vraag haar naar betere tijden. Het kost haar moeite om deze zich te herinneren. Meteen vertelt ze verder dat ze al zoveel heeft geprobeerd. Een coach via het werk, familie opstellingen in het gezondheidscentrum, yoga met een vriendin, maar dat was echt niets voor haar. Ze had op mijn website over mindfulness gelezen, maar dat was ook niks voor haar. ‘Dat ga ik echt niet doen’. Het lucht haar wel op om te vertellen, maar daarmee gaat het piekeren niet stoppen en de vermoeidheid niet weg. Ik doe een oefening met haar om te laten ervaren dat ze niet haar gedachten is, maar dat ze haar gedachten heeft. Ze merkt dat je die gedachten kunt ervaren als golven die het strand oprollen en zich ook weer terugtrekken. Ook dat ze vaak vast zit in haar gedachten en gevoelens, alsof het een kluwen is. De volgende sessie vraag ik haar of ze bereid is opnieuw een oefening te doen. Ze vindt het spannend, maar is nieuwsgierig. De oefening gaat om het accepteren van het nare gevoel en het te observeren alsof het een kunstwerk is. Wanneer we ons rot voelen willen we dat gevoel niet en gaan we er tegen vechten. Wanneer het gevoel er mag zijn en we er minder tegen vechten wordt het nare gevoel minder beladen. Na het overlijden van haar vader heeft ze geleerd nare gebeurtenissen uit de weg te gaan en als het niet anders kan er tegen te vechten. Het is een openbaring voor haar dat juist accepteren van wat naar is ruimte geeft om te kijken naar wat er wel is. Ze gaat beter slapen en piekert minder. De volgende sessies gebruiken we om te kijken hoe ze het liefst in het leven wil staan, wat echt belangrijk voor haar is. Bijvoorbeeld dat ze beter contact met haar jongste kind wil. Blij vertelt ze dat ze samen langs het strand gelopen hebben en daarna in het zonnetje koffie gedronken hebben bij een strandtent.

(gelijkenissen met de werkelijkheid berusten puur op toeval)