Leef je het leven dat je wil?

Soms kun je het gevoel hebben dat je in je leven van de ene situatie in de andere rolt. Je kwam je partner toevallig tegen op je werk, je bent blijven hangen in de baan die je kon krijgen toen je op zoek was en je woont in het huis dat je kan betalen. Ben je er tevreden mee? Heb je gevoelens van onvrede? Dan kan het goed zijn om te onderzoeken of je het leven leidt dat je graag zou willen.

Ik stel in de praktijk dan wel eens de vraag ‘wat zou je doen als je de jackpot wint?’ Dan kun je natuurlijk meteen zeggen dat je een groot huis met zwembad zou kopen of een huis in Oostenrijk en misschien ook nog wel een Maserati, maar wat zou je dóen? Hoe ziet je leven er uit?

Binnen ACT (acceptance and commitment therapy) noemen we dat leven naar je waarden. Ik heb al eens eerder ACT getagd aan mijn spreekkamerverhalen en een verhaal geschreven over de onderliggende theorie van deze behandelvorm (‘hoe we buren werden’), de relational frame theorie (de theorie dat we niet alleen leren door ervaringen, maar ook indirect door onze taal). ACT is een vorm van (cognitieve) gedragstherapie ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw door Steven C.Hayes in Amerika.

In dit verhaal geef ik meer uitleg geven over de zes pijlers (hexaflex) van ACT en hoe je psychologisch meer flexibel kunt worden. De pijlers zijn:

  • Acceptatie (ruimte geven aan alle gedachten en gevoelens, ook die we niet willen hebben)
  • Mindfulness (met aandacht in het hier en nu zijn, zodat we alles wat rondom ons en in ons gebeurt kunnen ervaren en voelen)
  • Defusie (leren dat onze gedachten gebaseerd kunnen zijn op aannames, veronderstellingen, misvattingen en andere taalconstructen die niet persé op waarheid gebaseerd zijn)
  • Zelf (ons eigen zelfbeeld onderzoeken: wie ben ik en wie zou ik willen zijn? Ben je je eigen beste vriend of zou je met meer zelfcompassie naar jezelf kunnen kijken?)
  • Waarden (ons bewust worden van wat we echt willen in dit leven, wat we echt belangrijk vinden)
  • Toegewijd handelen (bereid zijn om ons eigen gedrag af te stemmen op onze waarden, zodat we ons leven leiden zoals we het willen en niet zoals de omgeving het dicteert)

Deze pijlers zijn niet los te zien van elkaar en staan met elkaar in verbinding. Tezamen zorgen deze elementen voor Psychologische flexibiliteit: het vermogen flexibel om te gaan met de problemen die op ons pad komen (acceptatie), terwijl je actie onderneemt op basis van je waarden (commitment).

Collega Gijs Jansen, schrijver van meerdere boeken over ACT heeft recent dit model nog concreter proberen te maken door de pijlers onder te brengen in hoofd, lijf en hart.

Het hoofd heeft strenge regels voor ons en vertelt ons dat we maar niet op zoek moeten naar die nieuwe baan, want je weet nu wat je hebt, ook al heb je het niet meer naar je zin. Je hoofd vertelt je ook dat je al van alles geprobeerd hebt en dat het allemaal niet werkt, je bent nu eenmaal zo en je houdt bijvoorbeeld niet van grote groepen. Je hoofd zorgt er voor dat je blijft piekeren en slecht slaapt of houdt je onzeker. Maar je kunt ook proberen wat meer afstand te nemen van je verstand en proberen je gedachten niet zo serieus te nemen.

In je lijf voel je of je in het hier en nu bent of dat je juist gestrest bent, je lijf zet je in beweging als je bereid bent om het anders te doen en niet te vechten tegen nare gevoelens.

En doe je wat je in je hart echt wil (waarden), ben je mild voor jezelf en kun je positief over je zelf denken en kun je ook echt handelen naar je hart (toegewijd handelen)?

Ik ben erg enthousiast over deze indeling. We zijn namelijk wie we zijn mét ons hoofd, mét ons lijf en last but not least mét ons hart. Dus nog een keer de vraag ‘leef je het leven dat je echt wil?’ Probeer dan niet te focussen op alle belemmeringen die je hoofd verzint, maar probeer te luisteren naar wat je hart je ingeeft en kijk of je van daaruit bereid kunt zijn om daarnaar te handelen, al is het maar een klein stapje.

Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van de boeken ‘How to ACT’ van Gijs Jansen (2019, Uitgeverij Thema) en ACT in de praktijk van Russ Harris (2020, Hogrefe Uitgevers bv). De afbeeldingen zijn gemaakt door het team van ACTguide (e-health en opleidingen) onder redactie van Gijs Jansen.

Doe iets nieuws!

‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.

Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.

Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!

Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.

Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.

(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)

Avondklok

Zij zit vandaag bij de helpdesk van mijn online patiëntendossier. Ze heeft me uit de penarie geholpen, terwijl er een meisje door het beeld liep en ik een jongetje op de achtergrond hoor. “Hoe hou je het vol?” Nu de kinderen niet naar school kunnen en thuis les krijgen en zij ook vanuit huis moet werken heeft ze als alleenstaande moeder heel veel ballen in de lucht te houden. Ze heeft een strak schema, staat op tijd op, zodat ze zelf even rustig kan douchen en de dag starten. Daarna komt het huis tot leven. Pieter staat meteen te popelen om de dag te beginnen, terwijl Joost zijn bed niet uit te branden is. Joost zit in 2 HAVO en wil het allemaal zelf regelen. Marit zit in groep 7 en is heel serieus, maar heeft moeite met opstarten. Pieter is enthousiast, maar kan zijn aandacht er vaak niet goed bijhouden. Ze vertelt dat ze bij het ontbijt de planning van de dag doorneemt. Ze wil dat Joost aangekleed deelneemt aan de les, maar dat lukt niet altijd. Hij is dan zo dwars. Het lukt haar niet om altijd  consequent te blijven. Pieter zit in groep 5 en heeft nog veel begeleiding nodig bij zijn werk. Hij heeft elke dag een ‘meet’ met zijn juf om elf en twee uur. Daarom heen zorgt ze dat hij zo goed en zo kwaad als het gaat zijn schoolwerk doet. “Hoe doe je dat met je eigen werk?” Tja, daar vraag ik wat. Ze probeert in ieder geval haar eigen (zoom)afspraken zoveel mogelijk op de tijden te plannen dat Pieter bij de les wordt gehouden door zijn juf. Daarom heen probeert ze mails te beantwoorden. Zoals bij mij moet ze soms mee kijken om de problemen op te lossen. Ze proberen ook elke dag naar buiten te gaan. Pieter en Marit hebben kiezels uit de tuin beschilderd en verstopt in de buurt. Ze hebben de grootste lol als ze bij een volgend rondje verdwenen zijn en soms liggen er andere voor in de plaats. Ze houdt het ook vol, omdat ze ’s avonds als de jongsten slapen (bij Joost brandt het licht nog lang, maar stiekem vindt ze dat wel fijn) zelf aan de wandel gaat. Als je dacht dat het stil op straat is heb je het mis. Iedereen lijkt wel een hond te hebben en loopt nog een ommetje. Zelf loopt ze de wijk uit naar de weilanden. Daar hoort ze ganzen overvliegen en soms hoort ze een uil. Dat is haar moment. Dan kan ze even opladen. Ze praat zichzelf moed in dat het heus ooit weer beter wordt en dat ook zij een keer aan de beurt is voor vaccinatie. Ze kijkt steeds minder naar het nieuws, maar de persconferentie bekijken ze samen en toen kwam het bericht… de avondklok, na 21 uur niet meer de deur uit! Daar ging haar oplaad momentje. “En?” Met pretlichtjes in haar ogen zegt ze dat zij nu het laatste rondje met de buurhond doet. Buren blij, zij blij. Maandag mogen Pieter en Marit weer naar school. Haar baas zal er blij mee zijn, omdat ze dan weer productiever is. Zelf zal ze die bedrijvigheid in huis ook wel een beetje missen. Het voordeel is dat ze meer tijd voor Joost heeft. Terwijl ze het vertelt beseft ze zich dat er aan alles twee kanten zit.

Geloof, hoop en liefde, de grootste daarvan is liefde

De hele wereld is in de ban van een pandemie en in deze bijzondere tijd proberen we toch onze feesten te vieren. Kerst, het suikerfeest, Chanoeka en al die andere rituele feesten die dit jaar anders dan anders zijn. We willen het graag samen vieren met familie en vrienden. Lang gedekte tafels en lekker eten, cadeautjes uitwisselen, delen.

Dit jaar kan dat niet en ben je aangewezen op je eigen huishouden. Voor sommige mensen is dat een bezoeking en gezien het aantal besmettingen na dit soort feesten lukt het niet iedereen zich aan de maatregelen te houden. Voor andere mensen biedt het een soort troost, zij zijn anders als enige alleen, althans zo voelt het en nu niet.

De kerstdagen liggen net achter ons en wat bleek, we stuurden elkaar weer meer kaarten. We probeerden het in kleine kring toch gezellig te maken en kochten massaal meteen na Sinterklaas al een kerstboom. We hingen nog meer verlichting op dan anders. We bestelden héél veel cadeautjes voor elkaar. En ook al is twitter vaak een scheldmedium, er kwamen nu heel veel lieve tweets voorbij.

Ja, er zijn een paar roeptoeters die dwars door de speech van de minister-president lawaai maakten. Ook zijn er jongeren (en sommige volwassenen) die het er niet mee eens zijn dat er geen vuurwerk verkocht mag worden. Volgens mij is dit de minderheid. De meeste mensen doen hun best om het virus er onder te krijgen en hopen op een beter 2021.

Voor ondernemers die hun bedrijf failliet zien gaan, mensen die hun baan kwijtgeraakt zijn of voor hen die dierbaren verloren zijn is het een moeilijke tijd. De overledenen komen niet terug en je kunt het afscheid niet meer overdoen. Voor jongeren voelt het soms alsof hun leven stil staat. Voor hen is het nog belangrijker om te weten dat ze niet alleen staan.

De pandemie brengt ons dichter bij waar het werkelijk om gaat. Meer in het hier en nu zijn en ontdekken wat echt belangrijk voor je is. De onzekerheid over de toekomst kan je angstig maken. Vooral als je te ver vooruit kijkt, maar als je nu buiten de ondergaande zon ziet of de twinkelende lichtjes in de kerstboom krijgt de angst minder kans.

De titel is een bijbel tekst die ik goed ken uit mijn jeugd. Geloof staat voor vertrouwen hebben, vertrouwen dat het goed komt, dat er betere tijden komen. Hoop doet leven is het gezegde. Hoop helpt te vertrouwen op momenten dat dat het moeilijkst is. Juist deze kerst merkte ik dat deze bijbel tekst zo gek niet is, want zonder de liefde kan geen mens. De liefde voor je geliefde, voor je kinderen, voor je ouders en voor je vrienden. We kunnen onafhankelijk zijn, omdat we ons verbonden weten. Laten we daarom wat liever zijn voor elkaar en in de gaten houden wie in je omgeving de verbinding kwijt is. Corona of niet, laten we wat meer omkijken naar elkaar.

Vals alarm!

We hebben al sinds maart Corona stress en nu is er dan de nieuwe lockdown. Sommige mensen waren al meer gespannen dan fijn voelt en sommigen hebben zelfs last van paniek. Paniek is een soort vals alarm in het brein. Paniek ontstaat door een normale lichamelijke reactie op stress (vaak is de stress meer dan je gezien de situatie zou verwachten). We kennen allemaal wel de stresspiek (een adrenalinestoot) die we voelen als iets net goed is gegaan (een bijna botsing met je auto of iets wat je bijna uit je handen glipt). Je voelt dan even een piek in je stress die meteen weer afzakt (afhankelijk van de situatie duurt dit iets korter over langer). Daarnaast kennen we ook meer chronische stress (de cortisol is voor langere tijd verhoogd) wanneer we langere tijd onder druk iets moeten doen of langere tijd ergens over in onzekerheid zijn. Wanneer de kust weer veilig is (de klus is geklaard of er is weer meer duidelijkheid) zakt het cortisol niveau vaak weer af. Soms (vaak na te lange periodes van stress) gaat er in dit systeem iets mis. Je brein geeft dan een soort vals alarm en reageert voortdurend alsof er enorme dreiging is, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is (je zit gewoon rustig op de bank, je ligt in je bed of je staat in de rij bij de kassa). Het helpt om jezelf te leren gerust te stellen, zodat het systeem weer kan herstellen (in je brein wordt moord en brand gebruld, maar je brein kan dit ook zelf weer bijsturen naar de realiteit). In de praktijk gebruik ik al jaren de tien regels bij paniek (de herkomst is niet helemaal meer duidelijk, maar komt wel uit de cognitieve gedragstherapie). Bij deze voor iedereen die wel wat meer ontspanning kan gebruiken!

TIEN REGELS OM MET PANIEKGEVOELENS OM TE GAAN

  1. Denk eraan, dat de gevoelens niet méér zijn dan een erge vorm van een normale lichamelijke reactie op spanning.

 

  1. De paniekgevoelens zijn in het geheel niet gevaarlijk, alleen onplezierig. Er zal niets ergs gebeuren.

 

  1. Voeg geen beangstigende gedachten toe aan de paniek, over wat er gebeurt en wat daar het gevolg van zou kunnen zijn.

 

  1. Let erop wat er werkelijk gebeurt in je lichaam op dit moment, denk niet aan wat er zou kunnen gebeuren.

 

  1. Wacht en geef de angst de tijd om te verdwijnen. Vecht er niet tegen en ren er niet voor weg. Accepteer de angst.

 

  1. Let erop, dat wanneer je geen beangstigende gedachten toevoegt de angst vanzelf afzakt.

 

  1. Denk eraan dat het er bij het oefenen om gaat te leren hoe je met angst om moet gaan zonder het te vermijden. Dus is dit een gelegenheid om vooruitgang te behalen.

 

  1. Denk aan de vooruitgang die je tot nu toe gemaakt hebt, ondanks alle moeilijkheden. Denk eraan hoe tevreden je zult zijn als het deze keer lukt om niet weg te gaan.

 

  1. Als je je beter begint te voelen, kijk dan een beetje rond en begin te denken aan wat je nu zult gaan doen.

 

  1. Als je klaar bent om verder te gaan begin dan langzaam op een ontspannen manier. Het is niet nodig om je te haasten.

Een mens lijdt het meest door het lijden wat men vreest (en soms op komt dagen)

Ze zat er verslagen bij, een beetje grauwe kleur, vermoeide ogen en een trieste blik. De huisarts had haar verwezen, omdat ze voor de zoveelste keer om slaapmedicatie had gevraagd. Hij vond dat het maar eens klaar moest zijn met de ‘pammen’ en ze moest nu maar eens gaan onderzoeken waarom ze zo slecht sliep en zoveel piekerde. Een mens lijdt het meest onder het lijden dat men vreest (en nooit op komt dagen… nou ja, soms wel). Ze vreesde veel lijden, maar had ook wel het nodige mee gemaakt. Ze was jong haar vader verloren en tot twee keer toe door haar partner verlaten. Een van de kinderen was inmiddels het huis uit en met de ander kreeg ze moeilijk contact. Hij ging zijn eigen gang. Elke ochtend pakte ze zichzelf weer aan om naar het werk te gaan. Als de dood dat ze dat ook zou verliezen. In het bedrijf werd de zoveelste reorganisatie aangekondigd. Ik zeg dat het ook wel veel is. Ik vraag haar naar betere tijden. Het kost haar moeite om deze zich te herinneren. Meteen vertelt ze verder dat ze al zoveel heeft geprobeerd. Een coach via het werk, familie opstellingen in het gezondheidscentrum, yoga met een vriendin, maar dat was echt niets voor haar. Ze had op mijn website over mindfulness gelezen, maar dat was ook niks voor haar. ‘Dat ga ik echt niet doen’. Het lucht haar wel op om te vertellen, maar daarmee gaat het piekeren niet stoppen en de vermoeidheid niet weg. Ik doe een oefening met haar om te laten ervaren dat ze niet haar gedachten is, maar dat ze haar gedachten heeft. Ze merkt dat je die gedachten kunt ervaren als golven die het strand oprollen en zich ook weer terugtrekken. Ook dat ze vaak vast zit in haar gedachten en gevoelens, alsof het een kluwen is. De volgende sessie vraag ik haar of ze bereid is opnieuw een oefening te doen. Ze vindt het spannend, maar is nieuwsgierig. De oefening gaat om het accepteren van het nare gevoel en het te observeren alsof het een kunstwerk is. Wanneer we ons rot voelen willen we dat gevoel niet en gaan we er tegen vechten. Wanneer het gevoel er mag zijn en we er minder tegen vechten wordt het nare gevoel minder beladen. Na het overlijden van haar vader heeft ze geleerd nare gebeurtenissen uit de weg te gaan en als het niet anders kan er tegen te vechten. Het is een openbaring voor haar dat juist accepteren van wat naar is ruimte geeft om te kijken naar wat er wel is. Ze gaat beter slapen en piekert minder. De volgende sessies gebruiken we om te kijken hoe ze het liefst in het leven wil staan, wat echt belangrijk voor haar is. Bijvoorbeeld dat ze beter contact met haar jongste kind wil. Blij vertelt ze dat ze samen langs het strand gelopen hebben en daarna in het zonnetje koffie gedronken hebben bij een strandtent.

(gelijkenissen met de werkelijkheid berusten puur op toeval)

Hoe we buren werden

Waar wij nu staan heette

hier

en de verte noemde men

ginder.

 

Tot het plots door lijnen

werd verdeeld

in ons en andermans gras.

 

Een streep veel dunner nog dan niks

bepaalde dat wij voortaan hetzelfde

en iedereen daarachter,

echt heel anders was.

 

Uit: ’s Nachts verdwijnt de wereld van Jaap Robben

 

Toen ik dit gedichtje las moest ik denken aan de relational frame theory (RFT) of in goed Nederlands de theorie over de aanleg die wij als mensen hebben om taal te kunnen leren en het leggen van relaties door die taal. Ook hebben we de mogelijkheid om taal te gebruiken voor het begrijpen van ons gedrag. De gedragstheorie (behaviourisme) beschrijft hoe we gedrag kunnen (aan)leren en afleren. De RFT helpt ons bij het inzicht krijgen waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Hoe past dit bij dit gedichtje? Jaap Robben heeft het over ‘hier’ als ‘waar wij nu staan’. Dan is er dus ook een ‘ginder’. Dat is wat we in de verte zien. Als je het begrip hier leert, dan leer je ook het woord daar of ginder of ergens anders. Later heeft hij het over het trekken van een streep die bepaalde dat je er achter anders was. Dan is er dus ook een voor de streep. Voor peuters is het verschil tussen nu en straks nog heel lastig, maar ze leren het wel door het gedrag wat wij er bij laten zien. ‘We gaan straks fruit eten, maar nu ga je nog lekker even spelen’. Of ‘mama gaat straks met je naar buiten, maar we gaan nu eerst een broodje eten’. De RFT vormt de theoretische basis van de acceptance en commitment therapy (ACT) waar ik in de praktijk veel gebruik van maak. Als ik gepest ben als kind leer ik daarbij ‘ze vinden me niet leuk’. Daaraan kan zomaar de gedachte ‘ik ben niet leuk’ gekoppeld worden. Of die gedachte waar is is maar de vraag, maar hij zit er wel. Er is een verschil tussen de werkelijkheid (wat we daadwerkelijk meemaken) en onze gedachtenwereld (de wereld die we creëren met taal). Zo leren we in de loop van ons leven allemaal van dit soort verbanden.  Door oefeningen of spelen met de taal kun je leren die gedachten (of frames) minder serieus te nemen (er zijn namelijk heel veel andere mensen die mij wél leuk vinden bijvoorbeeld) en leer je anders naar deze gedachten te kijken. In die zin is ACT een aanvulling op de cognitieve gedragstherapie.

Dood is erger

Laatst maakte ik een post voor de sociale media ‘gelukkig zijn is niet een constante toestand, maar een piek op de golf van je getelde zegeningen’. Dit omdat boeken met in de titel het woord geluk niet aan te slepen zijn en ik vaak in de praktijk ook hoor ‘als mijn kind maar gelukkig is’ of ‘ik wil weer gelukkig worden’. Gelukkig zijn is heerlijk! De eerste keer je pasgeborene tegen je aan houden, je lief die zegt dat hij van je houdt of dat moment op een  zonovergoten terras met vrienden en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Sommige mensen hebben meer talent om dit gevoel wat langer vast te houden en bij anderen vloeit het net zo snel weer weg als het kwam. Na het eerste geluksgevoel meteen ‘ja maar’ denken. Een volle kamer op een verjaardag en toch teleurgesteld zijn dat net die ene vriendin er niet is. Met je gezin op vakantie, maar toch teleurgesteld zijn dat de camping niet was wat je er van verwacht had.

Mensen die langer kunnen surfen op de golf van getelde zegeningen zien vaak beter wat er wel is en minder wat er niet is. Mensen die meteen in het water liggen zien vooral die piek in de verte en vergeten dat ze op dat moment op hun eigen golf aan het surfen zijn. Het is niet zo gek. De oermens was geprogrammeerd om te onthouden wat er niet goed ging of waar potentieel gevaar was om te kunnen overleven. Voor de moderne mens is dit echter minder nodig.

En wat als er dan echt tegenslag is, hoe ga je daar dan mee om? Ook daar verschillen mensen in. Sommige mensen zijn letterlijk lam geslagen, anderen gaan afleiding zoeken of vermijden. Weer andere mensen zoeken juist naarstig naar oplossingen en gaan in de piekermodus. Een belangrijke manier van omgaan met tegenslag is jezelf geruststellen. Mijn oma zei altijd: ‘dood is erger’ en zij kon het weten. Ze had gelijk. Een aanrijding met alleen  blikschade is rot, maar dood is erger.

Zelf had ik de afgelopen weken ook behoorlijk wat tegenslag. Een samenwerking met een andere psychologenpraktijk heb ik op het laatste moment niet door laten gaan. Ik heb dit zinnetje toen vaak in mijn hoofd gehoord. Het maakte dat ik de tegenslag aan kon. Tijd om te vermijden had ik niet, want ik moest snel andere praktijkruimte huren (en opknappen). Wat ook helpt is er met anderen over praten. Ik heb collega’s van wie ik veel steun kreeg en het thuisfront was er voor me. Wat ik ook merkte was dat ik snel zag wat de voordelen waren van deze keuze, dus niet alleen het verlies van wat er niet zou komen. Als je nooit waagt val je niet, maar mis je ook veel moois.

De grootste hectiek is inmiddels achter de rug en het stof is nog niet helemaal neer gedaald, maar ik ben er niet dood aan gegaan. Inderdaad oma, dood is erger.