Grenzen aan de veerkracht

Ik krijg veel vragen over de effecten van de Corona pandemie op ons allemaal en onze kinderen en jongeren in het bijzonder. Ik probeer hier een aantal vragen te beantwoorden.

Hebben kinderen en jongeren veel last van de effecten van de coronapandemie?

Ik zie dat jonge kinderen enorme veerkracht hebben, kinderen die net naar school gaan weten niet beter dan dat het is zoals het nu is. Bij jonge kinderen is het belangrijk hoe flexibel ouders er mee om gaan. We hebben allemaal beperkingen, maar sommige ouders gaan daar heel creatief mee om en organiseren een ‘drive in verjaardag’ bijvoorbeeld. Voor sommige jonge kinderen is het wel lastig dat ouders niet de klas in mogen, maar als je niet beter weet is het minder een probleem. Voor de oudere basisschooljeugd wordt het al lastiger. Die willen meer ondernemen en zijn zich meer bewust van de beperkingen (bijvoorbeeld dat ouders niet bij sportwedstrijden aanwezig mogen zijn). Ik hoor basisschool kinderen regelmatig zeggen dat ze corona stom vinden. Verjaardagsfeestjes moesten uitgesteld worden, thuisonderwijs, deels naar school, weer thuis onderwijs en vervolgens weer naar school. We vragen veel van de flexibiliteit van kinderen. Voor middelbare scholieren en adolescenten is naast dat je je steeds maar weer aan moet passen vooral de sociale inperking een probleem. Als tiener ben je bezig met je eigen identiteit en is de sociale groep heel belangrijk. De lockdown, thuisonderwijs en het feit dat je niet uit kunt is daar belemmerend in. Adolescenten hebben sociale honger.

De aanpassing vraagt veel van onze kinderen en vooral tieners en adolescenten missen de sociale contacten en de vrijheid om af te kunnen spreken. Binnen de praktijk zien we onder middelbare scholieren veel sociale angst. Dat varieert van niet het onderwijs durven volgen voor een camera tot het heel eng vinden om klasgenoten op school weer onder ogen te komen. Met name de eerste keren (naar de brugklas of starten met een opleiding) zijn dan lastig. De introductie van je studententijd verloopt niet zoals je gehoopt had. Starten in de brugklas is al eng, maar als iedereen dan met een mondkapje loopt is het nog lastiger om je thuis te laten voelen op je nieuwe school. Ook zien we meer stemmingsklachten bij jongeren. Minder bewegen, minder doelen en tegelijkertijd nadenken over je leven kunnen leiden tot sombere gedachten.

Tegelijkertijd zie ik ook kinderen zeer vaardig worden. Bijvoorbeeld 10-jarigen die tijdens het thuisonderwijs zelf afspraken om in een meet samen aan school te gaan werken.

Wat is de impact van de pandemie op de samenleving als geheel?

Dit kan ik maar deels overzien. Wat we zien is dat iedereen anders omgaat met de pandemie en de informatie die we via de overheid en media tot ons krijgen. Een gevolg die ik daarvan zie binnen onze praktijk is dat er spanningen tussen vrienden, binnen families en binnen gezinnen komt over hoe om te gaan met de maatregelen en adviezen en met vaccinatie. Bijvoorbeeld ouders die hun kind van 14, 15, 16 verbieden om zich te laten vaccineren of ouders die wel willen dat hun kind zich laat vaccineren, maar de beslissing bij hun kind laten en het kind niet goed kan overzien wat het nu moet kiezen. Ouders hebben het beste met hun kind voor, maar gaan soms voorbij aan wat het kind zelf zou willen. Er wordt dus ook wat gevraagd van ouders. Belangrijk is dat mensen, ook ouders en kinderen met elkaar in gesprek blijven en het respecteren van elkaar dat je het niet met elkaar eens bent. Dat is lastig, maar wanneer je overtuigd bent van je eigen gelijk laat je je niet overtuigen. Ook zie ik veel angst, angst voor besmetting, angst om een ander te besmetten. Ouders van jonge kinderen die voorzichtig willen zijn met hun 70+ ouders, terwijl diezelfde ouders het met de regels niet zo nou nemen. Dat geeft enorm veel stress. Die stress voedt vervolgens de angst weer.

Wat is in het algemeen de sociale/psychologische impact van een tijd in lockdowns leven voor kinderen/pubers.

Ik realiseer me heel goed dat wat wij in de praktijk zien niet een doorsnee van de hele populatie is. Ik denk dat ook veel mensen veerkrachtig zijn een modus vinden om met de pandemie te leren leven. Maar we zien een toename van (sociale) angstklachten bij jongeren, we zien een toename van stemmingsklachten bij zowel kinderen als volwassenen en we zien een toename van spanningsklachten binnen gezinnen en families. Mensen die zich alleen voelen staan binnen hun familie, die het niet eens is met de maatregelen. Mensen die in verwarring zijn en niet goed weten wat ze nu wel of niet moeten doen.

Kunnen we iets betekenen voor kinderen en jongvolwassenen die het zwaar hebben in deze pandemie?

We kijken natuurlijk allereerst naar wat de belangrijkste klachten zijn waarmee iemand bij ons binnenkomt. In de eerste lockdown heb ik een telefonisch spreekuur gehad. Ik merkte dat mensen bang waren, we kenden het virus nog niet goed. Het nieuws ging 24/7 over Corona. Ik raadde mensen dan ook wel aan om het nieuws te doseren en juist ook andere dingen te bekijken. Inmiddels is dat minder, er treedt toch een soort gewenning op. Het is belangrijk om een beetje lucht te brengen, kijken naar wat er wél kan. Ik werk veel met ACT (acceptance en commitment therapy, een vorm van gedragstherapie). Deze therapie is gebaseerd op het feit dat wij mensen taal tot onze beschikking hebben en ook razendsnel daarmee relaties kunnen leren. Taal helpt ons leuke dingen te herinneren, maar kan ook ons lijden verhogen (Corona is stom, ik kan niet doen wat ik wil, ik ben beperkt in mijn vrijheid). Elke keer dat je het woord Corona hoort doet dat wat met je gemoed. Wanneer je dan een gek liedje met het woord corona maakt krijg je een andere relatie met dat woord. ACT gaat ook over leven naar je waarden, naar wat echt belangrijk voor je is. Wat me opvalt is dat ik ook zie dat mensen hier juist nu meer zicht op krijgen. In de lockdown, beide ouders thuis aan het werk, de kinderen thuis van school ontstond ook de kans om met elkaar als gezin te lunchen of samen spelletjes te doen. Ik heb bij sommige kinderen gemerkt dat ze het heel fijn vonden dat ze meer tijd samen door brachten. Maar als je klein woont, vader zit te werken onder de hoogslaper van zijn dochter, moeder zit op de slaapkamer in een teamsvergadering en de kinderen zitten aan de keukentafel dan is het zwaar. We kennen ook de verhalen dat het in sommige gezinnen juist niet goed ging. Dat ouders elkaar te veel op de lip zaten wat soms leidt tot huiselijk geweld. Of gezinnen waar één computer in huis is. Ik heb mee gemaakt dat kinderen via school een laptop in bruikleen konden krijgen, maar dat ouders dat uit schaamte niet wilden. Wat anders achter de voordeur blijft werd nu meer zichtbaar.

Er is veel financiële steun uit de grond gestampt om ondernemers te ondersteunen, maar ik heb zowel in het begin als ook nu nog veel zorg gezien bij ouders met eigen bedrijven. Die spanning voelen kinderen ook. Of wanneer ouders hun (tijdelijke) baan kwijt raakten. Dat doet sowieso wat binnen een gezin, maar in een onzekere tijd als deze nog meer.

Is de schade die deze groep oploopt door de pandemie ernstig te noemen? Hoe gaan deze leeftijdsgroepen over het algemeen om met tegenslagen?

Zoals ik al eerder zei denk ik dat we ook veel weerbaarheid zien, we zijn vaak veerkrachtiger dan we denken te zijn. Ik heb heel veerkrachtige kinderen gezien. Maar het kan ook to much zijn, baan kwijt, ruzie binnen de familie, gescheiden ouders die niet op één lijn zitten als het gaat om de corona regels dan krijg je veel voor de kiezen. Ik maak me zelf vooral zorgen om de jongeren die hun identiteit aan het ontwikkelen zijn en hun leven naar volwassenheid aan het opbouwen zijn. Er werd vaak naar ze gewezen, maar ik zie juist dat deze jongeren vaak de maatregelen heel serieus nemen. Als studenten een huisfeestje hebben doen ze een zelftest van te voren. Het gros stond ook vooraan om zich te laten vaccineren. De tijd in je leven dat je met leeftijdgenoten wil zijn, zonder je ouders het leven ontdekken wordt nu enorm belemmerd. Er zijn grenzen aan de veerkracht.

Wat merken wij in de praktijk?

We zien meer jongeren met angst en somberheidsklachten, maar ook identiteitsproblemen. Ze hebben een onzeker toekomstperspectief. De coronapandemie is nog steeds onder ons en dan zijn er ook zorgen om het klimaat. Hun opleiding doen ze onder lastige omstandigheden, stages kunnen vaak niet doorgaan of moeten online. Op een middelbare school is het lastig vrienden maken wanneer je er aan begint in een lockdown.

Door corona is er een andere houding ontstaat t.a.v. sociale omgangsvormen en aanraken, zoenen etcetera. Wat betekent het dat er meer afstand gehouden wordt (bijvoorbeeld van opa’s en oma’s)? Wat doet dit met een kind en jongeren?

Het grappige is dat sommige jongeren het ook fijn vinden dat ze niet meer iedereen standaard hoeven te zoenen. Ik ben ook benieuwd of de drie zoenen terug komen of dat we elkaar meer gewoon een knuffel gaan geven. Ik weet niet of er zoveel afstand gehouden werd van opa’s en oma’s. Bij ons worden veel kinderen voor sessies gebracht door hun opa of oma, zij passen nog veel op. Van jonge kinderen kun je dat ook niet vragen. Voor een deel zullen sommige omgangsvormen terugkomen en voor een deel komen er andere voor in de plaats, de boks bijvoorbeeld en de eerder genoemde knuffel. Wat ingewikkelder is dat kerst opnieuw niet samen gevierd kan worden, dat verjaardagen er anders uit zien en misschien nog wel erger dat begrafenissen heel anders beleefd kunnen worden. Ik heb de afgelopen anderhalf jaar zelf drie online begrafenissen bij gewoond. Aan de ene kant is het fijn dat het kan, maar aan de andere kant ook heel verdrietig wanneer je de nabestaanden tot steun wil zijn. Van verpleegkundigen weet ik dat begrafenissen ook veel besmettingsrisico gaven, vooral voor ouderen. Afscheid nemen van een overleden dierbare is niet iets wat je over kunt doen, dan is het heel verdrietig dat je je aan allerlei beperkingen moet houden.

Ontstaan er nieuwe omgangsvormen voor kinderen onderling ontstaan door de pandemie?

Die indruk heb ik niet, zodra de maatregelen wat versoepelden zag ik jongeren weer meer met elkaar afspreken en ook kinderfeestjes werden gevierd. Misschien zelfs wel uitgebreider, omdat het bij de vorige verjaardag niet kon. Ik zie dat kinderen creatief zijn in hoe ze met elkaar om gaan. Dat zagen wij ook op het moment dat wij beeldbelsessies moesten hebben met kinderen. Ik ben elke keer weer onder de indruk van de veerkracht en creativiteit van kinderen. Hoe wij als volwassenen er mee omgaan doet er voor kinderen toe. Coping, hoe je met situaties omgaat leer je primair van je ouders.

Begrijpen (jonge) kinderen in wat voor een tijd we zitten?

Ik noemde eerder al de media en de impact daarvan op volwassenen. Voor kinderen geldt dat ook. Het jeugdjournaal dat over de persconferenties verslag doet, klokhuis die uitlegt wat een virus nou eigenlijk is en hoe een vaccin werkt. Kinderen krijgen dat mee. Je moet bij kinderen aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau. Vertrouwen laten zien als ouders is ook belangrijk. We weten dat angst bij kinderen gevoed kan worden door de angst die ouders laten zien. Lukt het je als ouder om te kijken naar wat wél kan, naar wat er nog wél is of laat je als ouder vooral je eigen onvrede zien. Dat zien kinderen en dat voelen ze. Maak je van het handen wassen meer een tussen neus en lippen door activiteit of ben je panisch als er een keer niet meteen handen gewassen kunnen worden of moeten je kinderen steeds handgel gebruiken. Wij hebben op de praktijk ook handgel staan. Het viel me op dat kinderen al heel snel automatisch dat gebruikten als ze bij me binnen kwamen (ouders, of opa en oma doen daar soms moeilijker over). Kinderen wennen snel aan een nieuwe situatie. Het is wel goed om serieus te reageren op de vragen die ze hebben.

Wat is de impact van de beperkingen op sportactiviteiten op kinderen en jongeren?

Net als school zijn de sportverenigingen plekken waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten, waar ze sociale vaardigheden leren, afspreken om samen te fietsen, conflicten leren oplossen. Wanneer ze daar niet naar toe kunnen ontnemen we ze een deel van hun ontwikkeling. Gelukkig kan er wel gesport worden nu, maar zijn de tijden weer aangepast. Voor sommige kinderen is het heel naar dat ouders niet mee mogen. Jonge kinderen die voor het eerst op zwemles gaan en in hun eentje daar naar toe moeten is natuurlijk niet fijn, voor zowel de kinderen als de ouders. Tegelijkertijd weten die jonge kinderen niet beter. Voor oudere kinderen is vooral de sociale beperking rot.

Wat betekent de pandemie voor de toekomst van de huidige jongere generatie (na corona)?

Ik maak me vooral zorgen om het onzekere toekomstperspectief. De onzekerheid van hoe Corona zal verlopen met de verschillende varianten en het klimaat, maar ook waar ze kunnen wonen is een belangrijk issue. De zorg om de toekomst is dus breder dan Corona. Wat betreft de middelbare scholieren van nu zie ik belemmeringen in hun sociale ontwikkeling en hun identiteitsontwikkeling. Ik zie ook veel druk vanuit het onderwijs. Enerzijds moeten kinderen presteren en willen de scholen goede examenresultaten halen, maar aan de andere kant hebben veel ze onderwijstijd gemist. Dat geeft veel stress bij jongeren. Maar ik zie ook dat hun flexibiliteit en weerbaarheid versterkt worden. Onderzoek en de toekomst zullen uitwijzen wat het voor deze generatie betekend heeft.

Doe iets nieuws!

‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.

Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.

Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!

Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.

Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.

(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)

Normale reactie op een abnormale situatie

Aan het einde van mijn werkweek merkte ik dat ik moe was. Ik was sinds de maatregelen van het RIVM met betrekking tot het Corona virus vooral bezig met hoe ik de praktijk draaiende kon houden zonder face to face contacten, hoe toch mensen en gezinnen te kunnen blijven helpen. Tijdens het geruststellen van de ander merkte ik dat ik zelf af en toe me ook angstig voelde. Niet zo gek dat ik moe was. Toen ik me probeerde te ontspannen tijdens het werken in de tuin dit weekend bedacht ik me hoe deze periode moet zijn voor politici, landelijk, maar ook op gemeentelijk niveau. En kijkend naar aangepaste televisie programma’s dacht ik aan de journalisten en verslaggevers die de hele dag bezig zijn met het nieuws en niet even afstand kunnen nemen. Bij één van de praatprogramma’s schoof een spoedeisende hulp arts aan die in het oog van de storm gesprekken over het levenseinde moest voeren. Hij roemde zijn collega’s, de verpleegkundigen en andere artsen. Ongelooflijk wat zij doen en proberen zo goed mogelijk medisch te handelen met een virus dat nog zo onbekend is.
In de periode dat ik in het brandwondencentrum werkte heb ik me verdiept in het verschijnsel dat je door te werken met mensen die trauma meemaken je zelf getraumatiseerd kunt raken of te wel secundaire traumatisering. Hier moet ik nu ook weer aan denken. Hoe voorkomen we dat al die zorgverleners in de ziekenhuizen, maar ook de thuiszorgmedewerkers, de journalisten en de politici secundair getraumatiseerd raken? Toevallig zijn dit allemaal beroepen waarbij mensen zich dienstbaar opstellen, om het land te dienen, goede informatievoorziening te leveren en te helpen, zorg te leveren. Maar het zijn ook mensen met eigen emoties, bang om besmet te raken, bang voor hun familie, onzeker over de toekomst. Werken onder deze hoogspanning vraagt veel van je en het kost meer tijd om te ontspannen. Tijd die er eigenlijk niet is.
Op de werkvloer is het belangrijk dat je elkaar als collega’s steunt in de manier waarop je je werk doet. De onvoorwaardelijke steun van je collega’s is een belangrijke beschermende factor bij het voorkomen van secundaire traumatisering. Een andere beschermende factor is dat je je emoties durft toe te laten, het is oké dat je bang bent, oké dat het je raakt. En dat je dat kunt delen met anderen, je collega’s of je naasten. Ik weet van sommige verpleegkundigen dat ze in isolatie leven, omdat ze samenleven met iemand met een kwetsbare gezondheid. Dan is het des te belangrijker om contact te zoeken, ook al is het via beeldbellen. Ook al voel je de noodzaak om voortdurend beschikbaar te zijn, zorg dat je voldoende rust en afstand kan nemen. We weten niet hoe lang dit gaat duren, des te belangrijker om goed voor je zelf te zorgen.
Terwijl ik dit schrijf hoor ik dat een Duitse politicus zichzelf van het leven heeft beroofd. Geen idee of er al wat anders bij hem speelde, maar zorgelijk vind ik het wel. Wat wij als samenleving kunnen doen is in je directe omgeving oog te hebben voor degene die in zo’n kwetsbaar beroep werkt en op sociale media steunend te zijn en minder eisend. We moeten dit samen doen.