Een nieuw jaar, een nieuw begin

We wandelen het nieuwe jaar in. Voor velen van ons een reden om na te denken wat we willen, starten met goede voornemens. Het voelt als nieuwe rondes, nieuwe kansen en dat is het ook. Maar elke dag heeft nieuwe rondes en nieuwe kansen! Dit jaar ben ik 30 jaar praktiserend psycholoog en gaat mijn praktijk ook een nieuwe fase in. Ik blijf supervisie geven. Daarnaast ga ik trainingen opstarten (heb ik eerder gedaan, maar het kwam er maar niet van om het weer op te pakken) en ga ik op een andere manier behandelen. Wandelend in het buitengebied van Castricum of online. Wie weet wandelt u een stukje met mij mee. Ik wens iedereen een mooi en gezond 2024 en bovenal in verbinding!

Waar doen ze het toch van

Ze trokken al jaren samen op. Woonden in het zelfde buurtje in een vergelijkbaar huis. Erg gezellig om dicht bij elkaar te wonen en zo nodig op elkaars kinderen te kunnen passen. Met de kinderen waren ook de eerste rimpelingen gekomen. Het leek wel of hun kinderen alles konden, gemakkelijk leren, muzikaal en ook nog sportief. Haar eigen kinderen hadden niks met muziek en er waren veel gesprekjes met de juf. Voor haar zoon, omdat hij het lastig vond om met de andere kinderen om te gaan. Voor haar dochter, omdat zij vermoedelijk dyslectisch was. Teamsporten waren voor haar beide kinderen niks, maar gelukkig vond haar zoon atletiek wel leuk en hield haar dochter van zwemmen. Ze ging nu voor haar snorkeldiploma. Soms voelde ze een steek van jaloezie. Wat zou het fijn zijn als haar kinderen ook ergens echt goed in zouden zijn. En ja hoor, hun dochter had de hoofdrol in de groep acht musical. Bovendien ging ze naar het gymnasium. Deze zomer gingen ze ook nog een reis maken naar Thailand. Zelf werd ze het meest blij van kamperen, maar ergens stak het toch. Waar deden ze het toch van? Ze vond deze gevoelens vervelend. Wilde niet jaloers zijn. Haar man snapte er niks van. Hij vond hun leven prima zo en ook niks mis met de kinderen ‘ik ben zelf ook dyslectisch en ook prima terecht gekomen’ zei hij als ze er een opmerking over maakte. Waarom had hij hier geen last van en zij wel? Ze was sowieso vaak onzeker. Op haar werk niet zo. Ze wist dat ze goed was in haar grafische vormgeving, maar privé wel. Was ze wel aardig genoeg. Zouden ze haar wel mee vragen naar de film. Was haar huis leuk genoeg. Op de verjaardag van haar kinderen was ze altijd extra gespannen. Zouden er wel mensen komen en zouden ze het wel gezellig vinden? Op de dag zelf was ze dan altijd snibbiger dan ze zou willen met als gevolg dat ze nog onzekerder werd en boos op zichzelf. Die verjaardag leidde het ook tot ruzie met de vrienden die deze keer niet wilden blijven eten, omdat ze nog een verjaardag hadden.

Deze uitbarsting was voor cliënte aanleiding om zich bij ons aan te melden. Ze wilde deze jaloerse gevoelens niet meer en meer tevreden zijn met haar eigen leven. Jaloerse gevoelens hangen vaak samen met onzekerheid om afgewezen te worden en een gevoel van tekort schieten, niet goed genoeg zijn. In dit geval ook dat haar kinderen niet goed genoeg zijn. Daarnaast zijn de gevoelens van afgunst (‘waar doen ze het toch van’) ook een verwijzing naar de eigen verlangens (‘wat wil ik in mijn leven’) en zelfbeeld (‘ben ik wel goed genoeg’). Jaloezie en afgunst zijn negatieve emoties en vaak hebben we moeite met het accepteren van negatieve emoties. Toch is het goed om ze onder ogen te zien en te erkennen dat het voor jou zo voelt. Daarnaast kunnen we gaan kijken wat maakt dat ze juist in dit contact jaloezie voelt. Als je blij wordt van je eigen kampeervakanties waarom zou je dan jaloers zijn op hun reis naar Thailand. Of zou je het misschien zelf ook graag willen (verlangen) of denk je dat je het eigenlijk zou moeten doen (zelfbeeld). Door samen op onderzoek te gaan naar haar eigen waarden en verlangens en naar haar relatie met haar zelf (ik ben goed zoals ik ben) krijgt ze meer zicht op de voedingsbodem van de jaloezie. Door de gevoelens niet weg te duwen, maar juist te erkennen komt er ruimte om ze milder te laten worden. Door die ruimte kun je ook door een mildere bril naar je eigen kinderen kijken en focussen op hoe leuk ze zijn en wat er allemaal wel goed gaat. En wat het contact met de vrienden betreft? Je hoeft je dan niet meer af te vragen waar ze het van doen en gunt ze van harte hun reis naar Thailand.

(De genoemde cliënt is fictief; elke overeenkomst met bestaande personen berust op toeval)

Acceptatie

Omdat ik veel gebruik maak van acceptance en commitment therapy oftewel ACT krijg ik veel vragen over wat bedoeld wordt met acceptatie. Moet je dan alles maar over je heen laten komen en accepteren wat is? Betekent het dat je niets kunt doen en alles maar laten zoals het is? Nee, dat betekent het niet. Acceptatie gaat over het onder ogen zien van de nare situatie, de vervelende gevoelens of de pijn. Juist heel uitgebreid stil staan bij de narigheid en erkennen dat het er is. Beseffen dat het jóuw pijn, jóuw verdriet is, dat jíj het bent die in deze rotsituatie zit. Met het erkennen dat het er is gun je jezelf dat het nare gevoel er mag zijn, de angst, de pijn. Je vecht er niet meer tegen (als je een tegel op onkruid gooit is het onkruid even weg, maar het zal er snel onder vandaan groeien). Als je stopt met vechten kan er meer ruimte komen voor het nare gevoel. Dat klinkt eng, want wordt het dan juist niet erger? Nee, het krijgt de ruimte die het verdient en je kunt het in beter in perspectief gaan zien. Wanneer je tegen alle nare gevoelens vecht zal het gevoel de roze olifant in de kamer worden en steeds meer aandacht vragen (om de vergelijking met onkruid door te trekken, ‘trekken is stekken’ je kunt ook de definitie van onkruid bijstellen 😊). Erkennen dat je in een rotsituatie bent terecht gekomen door ziekte, ontslag, een scheiding betekent dat je jezelf dat verdriet mag gunnen, dat je mild voor je zelf kunt worden. We weten vaak heel goed wat we tegen de ander moeten zeggen in die situatie, maar voor onszelf zijn we veel harder. Acceptatie gaat ook over het omarmen wat er nu in je leven speelt, maar vaak ook nare situaties uit je verleden. Jij bent niet die nare situatie, maar het hoort wel bij je levensverhaal. En als je bereid bent om het te erkennen en zelfs te omarmen en je stopt met vechten komt er ruimte om te kijken naar wat er nog meer is in je leven, de mooie gevoelens, de goede herinneringen. Dus niet bij de pakken neer zitten, maar actief het gevecht stoppen. Daar gaat acceptatie over.

Leef je het leven dat je wil?

Soms kun je het gevoel hebben dat je in je leven van de ene situatie in de andere rolt. Je kwam je partner toevallig tegen op je werk, je bent blijven hangen in de baan die je kon krijgen toen je op zoek was en je woont in het huis dat je kan betalen. Ben je er tevreden mee? Heb je gevoelens van onvrede? Dan kan het goed zijn om te onderzoeken of je het leven leidt dat je graag zou willen.

Ik stel in de praktijk dan wel eens de vraag ‘wat zou je doen als je de jackpot wint?’ Dan kun je natuurlijk meteen zeggen dat je een groot huis met zwembad zou kopen of een huis in Oostenrijk en misschien ook nog wel een Maserati, maar wat zou je dóen? Hoe ziet je leven er uit?

Binnen ACT (acceptance and commitment therapy) noemen we dat leven naar je waarden. Ik heb al eens eerder ACT getagd aan mijn spreekkamerverhalen en een verhaal geschreven over de onderliggende theorie van deze behandelvorm (‘hoe we buren werden’), de relational frame theorie (de theorie dat we niet alleen leren door ervaringen, maar ook indirect door onze taal). ACT is een vorm van (cognitieve) gedragstherapie ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw door Steven C.Hayes in Amerika.

In dit verhaal geef ik meer uitleg geven over de zes pijlers (hexaflex) van ACT en hoe je psychologisch meer flexibel kunt worden. De pijlers zijn:

  • Acceptatie (ruimte geven aan alle gedachten en gevoelens, ook die we niet willen hebben)
  • Mindfulness (met aandacht in het hier en nu zijn, zodat we alles wat rondom ons en in ons gebeurt kunnen ervaren en voelen)
  • Defusie (leren dat onze gedachten gebaseerd kunnen zijn op aannames, veronderstellingen, misvattingen en andere taalconstructen die niet persé op waarheid gebaseerd zijn)
  • Zelf (ons eigen zelfbeeld onderzoeken: wie ben ik en wie zou ik willen zijn? Ben je je eigen beste vriend of zou je met meer zelfcompassie naar jezelf kunnen kijken?)
  • Waarden (ons bewust worden van wat we echt willen in dit leven, wat we echt belangrijk vinden)
  • Toegewijd handelen (bereid zijn om ons eigen gedrag af te stemmen op onze waarden, zodat we ons leven leiden zoals we het willen en niet zoals de omgeving het dicteert)

Deze pijlers zijn niet los te zien van elkaar en staan met elkaar in verbinding. Tezamen zorgen deze elementen voor Psychologische flexibiliteit: het vermogen flexibel om te gaan met de problemen die op ons pad komen (acceptatie), terwijl je actie onderneemt op basis van je waarden (commitment).

Collega Gijs Jansen, schrijver van meerdere boeken over ACT heeft recent dit model nog concreter proberen te maken door de pijlers onder te brengen in hoofd, lijf en hart.

Het hoofd heeft strenge regels voor ons en vertelt ons dat we maar niet op zoek moeten naar die nieuwe baan, want je weet nu wat je hebt, ook al heb je het niet meer naar je zin. Je hoofd vertelt je ook dat je al van alles geprobeerd hebt en dat het allemaal niet werkt, je bent nu eenmaal zo en je houdt bijvoorbeeld niet van grote groepen. Je hoofd zorgt er voor dat je blijft piekeren en slecht slaapt of houdt je onzeker. Maar je kunt ook proberen wat meer afstand te nemen van je verstand en proberen je gedachten niet zo serieus te nemen.

In je lijf voel je of je in het hier en nu bent of dat je juist gestrest bent, je lijf zet je in beweging als je bereid bent om het anders te doen en niet te vechten tegen nare gevoelens.

En doe je wat je in je hart echt wil (waarden), ben je mild voor jezelf en kun je positief over je zelf denken en kun je ook echt handelen naar je hart (toegewijd handelen)?

Ik ben erg enthousiast over deze indeling. We zijn namelijk wie we zijn mét ons hoofd, mét ons lijf en last but not least mét ons hart. Dus nog een keer de vraag ‘leef je het leven dat je echt wil?’ Probeer dan niet te focussen op alle belemmeringen die je hoofd verzint, maar probeer te luisteren naar wat je hart je ingeeft en kijk of je van daaruit bereid kunt zijn om daarnaar te handelen, al is het maar een klein stapje.

Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van de boeken ‘How to ACT’ van Gijs Jansen (2019, Uitgeverij Thema) en ACT in de praktijk van Russ Harris (2020, Hogrefe Uitgevers bv). De afbeeldingen zijn gemaakt door het team van ACTguide (e-health en opleidingen) onder redactie van Gijs Jansen.

Behandelplan in de psychologenpraktijk

Met de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) kwam ook de roep om meer expliciet een behandelplan op te stellen. Toen ik startte als praktiserend psycholoog in 1994 besprak ik met cliënten hun hulpvraag en behandelmogelijkheden. Er kwam niets op papier. Inmiddels maak ik behandelplannen in overleg met de cliënt en zie het als een soort leidraad voor de behandeling en zeg ook altijd dat het niet in beton gegoten is. Gedurende de behandeling kunnen dingen gebeuren die ook aandacht vragen of iets blijkt minder een probleem dan van te voren bedacht. De vraag of een behandelplan op papier nu juist goed werkt voor de cliënt of misschien wel helemaal niet is eigenlijk nog niet goed onderzocht. Het kan soms ook wel confronterend en misschien ook wel ondermijnend als iets waar je last van hebt ineens op papier staat. Voor mij als behandelaar werkt het wel beter. Ik krijg meer helder over wat er aan de hand is en wat de doelen van een cliënt zijn en wat hij of zij nodig heeft om geholpen te worden. Van de meeste cliënten krijg ik terug dat ze het verhelderend vinden om op een A-4tje (uitgebreider maak ik ze niet) de kern terug te lezen en te weten waar ze mee bezig zijn. Het maakt het wat mij betreft makkelijker om te evalueren, namelijk dat je samen weet wat je evalueert en het helpt om overeenstemming te krijgen over het afronden van de behandeling. Neemt niet weg dat het interessant is om er een keer goed onderzoek naar te doen. Vooral om er achter te komen of het voor de cliënt ook beter werkt.