Doe iets nieuws!

‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.

Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.

Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!

Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.

Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.

(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)

Avondklok

Zij zit vandaag bij de helpdesk van mijn online patiëntendossier. Ze heeft me uit de penarie geholpen, terwijl er een meisje door het beeld liep en ik een jongetje op de achtergrond hoor. “Hoe hou je het vol?” Nu de kinderen niet naar school kunnen en thuis les krijgen en zij ook vanuit huis moet werken heeft ze als alleenstaande moeder heel veel ballen in de lucht te houden. Ze heeft een strak schema, staat op tijd op, zodat ze zelf even rustig kan douchen en de dag starten. Daarna komt het huis tot leven. Pieter staat meteen te popelen om de dag te beginnen, terwijl Joost zijn bed niet uit te branden is. Joost zit in 2 HAVO en wil het allemaal zelf regelen. Marit zit in groep 7 en is heel serieus, maar heeft moeite met opstarten. Pieter is enthousiast, maar kan zijn aandacht er vaak niet goed bijhouden. Ze vertelt dat ze bij het ontbijt de planning van de dag doorneemt. Ze wil dat Joost aangekleed deelneemt aan de les, maar dat lukt niet altijd. Hij is dan zo dwars. Het lukt haar niet om altijd  consequent te blijven. Pieter zit in groep 5 en heeft nog veel begeleiding nodig bij zijn werk. Hij heeft elke dag een ‘meet’ met zijn juf om elf en twee uur. Daarom heen zorgt ze dat hij zo goed en zo kwaad als het gaat zijn schoolwerk doet. “Hoe doe je dat met je eigen werk?” Tja, daar vraag ik wat. Ze probeert in ieder geval haar eigen (zoom)afspraken zoveel mogelijk op de tijden te plannen dat Pieter bij de les wordt gehouden door zijn juf. Daarom heen probeert ze mails te beantwoorden. Zoals bij mij moet ze soms mee kijken om de problemen op te lossen. Ze proberen ook elke dag naar buiten te gaan. Pieter en Marit hebben kiezels uit de tuin beschilderd en verstopt in de buurt. Ze hebben de grootste lol als ze bij een volgend rondje verdwenen zijn en soms liggen er andere voor in de plaats. Ze houdt het ook vol, omdat ze ’s avonds als de jongsten slapen (bij Joost brandt het licht nog lang, maar stiekem vindt ze dat wel fijn) zelf aan de wandel gaat. Als je dacht dat het stil op straat is heb je het mis. Iedereen lijkt wel een hond te hebben en loopt nog een ommetje. Zelf loopt ze de wijk uit naar de weilanden. Daar hoort ze ganzen overvliegen en soms hoort ze een uil. Dat is haar moment. Dan kan ze even opladen. Ze praat zichzelf moed in dat het heus ooit weer beter wordt en dat ook zij een keer aan de beurt is voor vaccinatie. Ze kijkt steeds minder naar het nieuws, maar de persconferentie bekijken ze samen en toen kwam het bericht… de avondklok, na 21 uur niet meer de deur uit! Daar ging haar oplaad momentje. “En?” Met pretlichtjes in haar ogen zegt ze dat zij nu het laatste rondje met de buurhond doet. Buren blij, zij blij. Maandag mogen Pieter en Marit weer naar school. Haar baas zal er blij mee zijn, omdat ze dan weer productiever is. Zelf zal ze die bedrijvigheid in huis ook wel een beetje missen. Het voordeel is dat ze meer tijd voor Joost heeft. Terwijl ze het vertelt beseft ze zich dat er aan alles twee kanten zit.

Dood is erger

Laatst maakte ik een post voor de sociale media ‘gelukkig zijn is niet een constante toestand, maar een piek op de golf van je getelde zegeningen’. Dit omdat boeken met in de titel het woord geluk niet aan te slepen zijn en ik vaak in de praktijk ook hoor ‘als mijn kind maar gelukkig is’ of ‘ik wil weer gelukkig worden’. Gelukkig zijn is heerlijk! De eerste keer je pasgeborene tegen je aan houden, je lief die zegt dat hij van je houdt of dat moment op een  zonovergoten terras met vrienden en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Sommige mensen hebben meer talent om dit gevoel wat langer vast te houden en bij anderen vloeit het net zo snel weer weg als het kwam. Na het eerste geluksgevoel meteen ‘ja maar’ denken. Een volle kamer op een verjaardag en toch teleurgesteld zijn dat net die ene vriendin er niet is. Met je gezin op vakantie, maar toch teleurgesteld zijn dat de camping niet was wat je er van verwacht had.

Mensen die langer kunnen surfen op de golf van getelde zegeningen zien vaak beter wat er wel is en minder wat er niet is. Mensen die meteen in het water liggen zien vooral die piek in de verte en vergeten dat ze op dat moment op hun eigen golf aan het surfen zijn. Het is niet zo gek. De oermens was geprogrammeerd om te onthouden wat er niet goed ging of waar potentieel gevaar was om te kunnen overleven. Voor de moderne mens is dit echter minder nodig.

En wat als er dan echt tegenslag is, hoe ga je daar dan mee om? Ook daar verschillen mensen in. Sommige mensen zijn letterlijk lam geslagen, anderen gaan afleiding zoeken of vermijden. Weer andere mensen zoeken juist naarstig naar oplossingen en gaan in de piekermodus. Een belangrijke manier van omgaan met tegenslag is jezelf geruststellen. Mijn oma zei altijd: ‘dood is erger’ en zij kon het weten. Ze had gelijk. Een aanrijding met alleen  blikschade is rot, maar dood is erger.

Zelf had ik de afgelopen weken ook behoorlijk wat tegenslag. Een samenwerking met een andere psychologenpraktijk heb ik op het laatste moment niet door laten gaan. Ik heb dit zinnetje toen vaak in mijn hoofd gehoord. Het maakte dat ik de tegenslag aan kon. Tijd om te vermijden had ik niet, want ik moest snel andere praktijkruimte huren (en opknappen). Wat ook helpt is er met anderen over praten. Ik heb collega’s van wie ik veel steun kreeg en het thuisfront was er voor me. Wat ik ook merkte was dat ik snel zag wat de voordelen waren van deze keuze, dus niet alleen het verlies van wat er niet zou komen. Als je nooit waagt val je niet, maar mis je ook veel moois.

De grootste hectiek is inmiddels achter de rug en het stof is nog niet helemaal neer gedaald, maar ik ben er niet dood aan gegaan. Inderdaad oma, dood is erger.