Berichten getagd ‘ACT’
Hoop
‘Het leven zelf leert je’ is een uitspraak binnen ACT (acceptance and commitment therapy). Ja, dat is waar en mooi gezegd, maar in het ene leven krijgen mensen wel meer op hun bordje dan in het andere leven. In de christelijke traditie wordt dan gezegd ‘je krijgt last naar kracht’. Dat vind ik er nog al eentje. Alsof je er zelf om gevraagd hebt. Sommige keuzes in je leven maak je heel bewust en soms blijkt zo’n keuze achteraf geen goede keuze te zijn. Soms lukt het dan nog om een andere afslag te nemen, soms ook niet. Andere keuzes worden voor je gemaakt. Bijvoorbeeld als je ziek wordt, het bedrijf waar je werkt failliet gaat, je een kind verliest of de leiders van je land een oorlog beginnen. Zie daar maar eens mee om te gaan. Bij de beelden over de Gaza-strook zie ik wanhoop bij mensen en paniek. Waar moeten we naar toe en wat als het voedsel en water straks op is. Begrijpelijke paniek. En gek genoeg zien we ook beelden van mensen die met de moed der wanhoop toch iets proberen. Ze hebben geen controle over de raketten en waar ze neer zullen vallen, maar helpen wel met het verdelen van de stroom bij de generator die nog werkt. Edith Eger* zei over haar lijden tijdens de tweede wereldoorlog ‘lijden is universeel, maar slachtofferschap is een keuze’. Zij werd sterk beïnvloed door Victor Frankl** die schreef dat je zelfs als je het moeilijk hebt je je doel voor ogen moet houden, zodat je het lijden kunt zien als een uitdaging. Ga er maar aan staan. Ook hij was holocaust overlever. Ik interpreteer dat doel voor ogen hebben ook als hoop houden op betere tijden en in het lijden kijken naar waar je wel grip op hebt.
De afgelopen dagen las ik ‘het zoutpad’ van Raynor Winn. Inmiddels is ze alweer een paar boeken verder, maar ik las het nu. Het vertelt het verhaal van de schrijfster en haar man die alles kwijt raken wat ze opgebouwd hebben, hun huis en bestaan (ze runden een B&B) door een investering in het bedrijf van een vriend dat failliet ging. Tot overmaat van ramp kreeg haar man ook nog een degeneratieve neurologische aandoening zonder perspectief. Zonder nog iets te kunnen verliezen, want alles al kwijt besluiten ze het South West Coastal Path te gaan lopen. Een indrukwekkend boek (ik kan niet wachten om haar volgende boeken te gaan lezen) over rouw en verlies en ongelooflijk ongemak. Met weinig geld altijd keuzes moeten maken. Als je de veerboot wil nemen heb je minder geld voor eten. Ze kamperen wild en worden steeds meer één met de natuur. Ze hebben een doel, het wandelen van het pad. Hoewel ze in het begin nog niet te ver vooruit durven denken. Het is ook een boek van hoop, omdat tegen de verwachtingen van de artsen in het wandelen goed blijkt te zijn voor de gezondheid van Moth, haar man. Door het wegvallen van hun bezittingen en inkomen worstelen ze ook met wie ze nu nog zijn. Ze blijven elkaars partner en de ouders van hun volwassen kinderen. Het is een prachtig voorbeeld van hoe je in het lijden kan kiezen om geen slachtoffer te zijn. Hoewel de momenten van wanhoop en zelfmedelijden er natuurlijk zijn. Dan blijkt in het verhaal ook dat het erkennen van de pijn uiteindelijk ruimte geeft om toch verder te gaan met het doel, in dit geval door het ene been voor het andere zetten.
*Edith Eger is Amerikaans psycholoog, holocaust overlever en auteur van De keuze, leven in vrijheid
**Victor Frankl was een Oostenrijks neuroloog en psychiater en ontwikkelde als holocaust overlever een vorm van psychotherapie, de logotherapie. Dit is een hoopgevende psychotherapie, die naar de mogelijkheden van een persoon kijkt. Ik verwijs hierboven naar zijn boek De zin van het bestaan.
Waar doen ze het toch van
Ze trokken al jaren samen op. Woonden in het zelfde buurtje in een vergelijkbaar huis. Erg gezellig om dicht bij elkaar te wonen en zo nodig op elkaars kinderen te kunnen passen. Met de kinderen waren ook de eerste rimpelingen gekomen. Het leek wel of hun kinderen alles konden, gemakkelijk leren, muzikaal en ook nog sportief. Haar eigen kinderen hadden niks met muziek en er waren veel gesprekjes met de juf. Voor haar zoon, omdat hij het lastig vond om met de andere kinderen om te gaan. Voor haar dochter, omdat zij vermoedelijk dyslectisch was. Teamsporten waren voor haar beide kinderen niks, maar gelukkig vond haar zoon atletiek wel leuk en hield haar dochter van zwemmen. Ze ging nu voor haar snorkeldiploma. Soms voelde ze een steek van jaloezie. Wat zou het fijn zijn als haar kinderen ook ergens echt goed in zouden zijn. En ja hoor, hun dochter had de hoofdrol in de groep acht musical. Bovendien ging ze naar het gymnasium. Deze zomer gingen ze ook nog een reis maken naar Thailand. Zelf werd ze het meest blij van kamperen, maar ergens stak het toch. Waar deden ze het toch van? Ze vond deze gevoelens vervelend. Wilde niet jaloers zijn. Haar man snapte er niks van. Hij vond hun leven prima zo en ook niks mis met de kinderen ‘ik ben zelf ook dyslectisch en ook prima terecht gekomen’ zei hij als ze er een opmerking over maakte. Waarom had hij hier geen last van en zij wel? Ze was sowieso vaak onzeker. Op haar werk niet zo. Ze wist dat ze goed was in haar grafische vormgeving, maar privé wel. Was ze wel aardig genoeg. Zouden ze haar wel mee vragen naar de film. Was haar huis leuk genoeg. Op de verjaardag van haar kinderen was ze altijd extra gespannen. Zouden er wel mensen komen en zouden ze het wel gezellig vinden? Op de dag zelf was ze dan altijd snibbiger dan ze zou willen met als gevolg dat ze nog onzekerder werd en boos op zichzelf. Die verjaardag leidde het ook tot ruzie met de vrienden die deze keer niet wilden blijven eten, omdat ze nog een verjaardag hadden.
Deze uitbarsting was voor cliënte aanleiding om zich bij ons aan te melden. Ze wilde deze jaloerse gevoelens niet meer en meer tevreden zijn met haar eigen leven. Jaloerse gevoelens hangen vaak samen met onzekerheid om afgewezen te worden en een gevoel van tekort schieten, niet goed genoeg zijn. In dit geval ook dat haar kinderen niet goed genoeg zijn. Daarnaast zijn de gevoelens van afgunst (‘waar doen ze het toch van’) ook een verwijzing naar de eigen verlangens (‘wat wil ik in mijn leven’) en zelfbeeld (‘ben ik wel goed genoeg’). Jaloezie en afgunst zijn negatieve emoties en vaak hebben we moeite met het accepteren van negatieve emoties. Toch is het goed om ze onder ogen te zien en te erkennen dat het voor jou zo voelt. Daarnaast kunnen we gaan kijken wat maakt dat ze juist in dit contact jaloezie voelt. Als je blij wordt van je eigen kampeervakanties waarom zou je dan jaloers zijn op hun reis naar Thailand. Of zou je het misschien zelf ook graag willen (verlangen) of denk je dat je het eigenlijk zou moeten doen (zelfbeeld). Door samen op onderzoek te gaan naar haar eigen waarden en verlangens en naar haar relatie met haar zelf (ik ben goed zoals ik ben) krijgt ze meer zicht op de voedingsbodem van de jaloezie. Door de gevoelens niet weg te duwen, maar juist te erkennen komt er ruimte om ze milder te laten worden. Door die ruimte kun je ook door een mildere bril naar je eigen kinderen kijken en focussen op hoe leuk ze zijn en wat er allemaal wel goed gaat. En wat het contact met de vrienden betreft? Je hoeft je dan niet meer af te vragen waar ze het van doen en gunt ze van harte hun reis naar Thailand.
(De genoemde cliënt is fictief; elke overeenkomst met bestaande personen berust op toeval)
Grenzen aan de veerkracht
Ik krijg veel vragen over de effecten van de Corona pandemie op ons allemaal en onze kinderen en jongeren in het bijzonder. Ik probeer hier een aantal vragen te beantwoorden.
Hebben kinderen en jongeren veel last van de effecten van de coronapandemie?
Ik zie dat jonge kinderen enorme veerkracht hebben, kinderen die net naar school gaan weten niet beter dan dat het is zoals het nu is. Bij jonge kinderen is het belangrijk hoe flexibel ouders er mee om gaan. We hebben allemaal beperkingen, maar sommige ouders gaan daar heel creatief mee om en organiseren een ‘drive in verjaardag’ bijvoorbeeld. Voor sommige jonge kinderen is het wel lastig dat ouders niet de klas in mogen, maar als je niet beter weet is het minder een probleem. Voor de oudere basisschooljeugd wordt het al lastiger. Die willen meer ondernemen en zijn zich meer bewust van de beperkingen (bijvoorbeeld dat ouders niet bij sportwedstrijden aanwezig mogen zijn). Ik hoor basisschool kinderen regelmatig zeggen dat ze corona stom vinden. Verjaardagsfeestjes moesten uitgesteld worden, thuisonderwijs, deels naar school, weer thuis onderwijs en vervolgens weer naar school. We vragen veel van de flexibiliteit van kinderen. Voor middelbare scholieren en adolescenten is naast dat je je steeds maar weer aan moet passen vooral de sociale inperking een probleem. Als tiener ben je bezig met je eigen identiteit en is de sociale groep heel belangrijk. De lockdown, thuisonderwijs en het feit dat je niet uit kunt is daar belemmerend in. Adolescenten hebben sociale honger.
De aanpassing vraagt veel van onze kinderen en vooral tieners en adolescenten missen de sociale contacten en de vrijheid om af te kunnen spreken. Binnen de praktijk zien we onder middelbare scholieren veel sociale angst. Dat varieert van niet het onderwijs durven volgen voor een camera tot het heel eng vinden om klasgenoten op school weer onder ogen te komen. Met name de eerste keren (naar de brugklas of starten met een opleiding) zijn dan lastig. De introductie van je studententijd verloopt niet zoals je gehoopt had. Starten in de brugklas is al eng, maar als iedereen dan met een mondkapje loopt is het nog lastiger om je thuis te laten voelen op je nieuwe school. Ook zien we meer stemmingsklachten bij jongeren. Minder bewegen, minder doelen en tegelijkertijd nadenken over je leven kunnen leiden tot sombere gedachten.
Tegelijkertijd zie ik ook kinderen zeer vaardig worden. Bijvoorbeeld 10-jarigen die tijdens het thuisonderwijs zelf afspraken om in een meet samen aan school te gaan werken.
Wat is de impact van de pandemie op de samenleving als geheel?
Dit kan ik maar deels overzien. Wat we zien is dat iedereen anders omgaat met de pandemie en de informatie die we via de overheid en media tot ons krijgen. Een gevolg die ik daarvan zie binnen onze praktijk is dat er spanningen tussen vrienden, binnen families en binnen gezinnen komt over hoe om te gaan met de maatregelen en adviezen en met vaccinatie. Bijvoorbeeld ouders die hun kind van 14, 15, 16 verbieden om zich te laten vaccineren of ouders die wel willen dat hun kind zich laat vaccineren, maar de beslissing bij hun kind laten en het kind niet goed kan overzien wat het nu moet kiezen. Ouders hebben het beste met hun kind voor, maar gaan soms voorbij aan wat het kind zelf zou willen. Er wordt dus ook wat gevraagd van ouders. Belangrijk is dat mensen, ook ouders en kinderen met elkaar in gesprek blijven en het respecteren van elkaar dat je het niet met elkaar eens bent. Dat is lastig, maar wanneer je overtuigd bent van je eigen gelijk laat je je niet overtuigen. Ook zie ik veel angst, angst voor besmetting, angst om een ander te besmetten. Ouders van jonge kinderen die voorzichtig willen zijn met hun 70+ ouders, terwijl diezelfde ouders het met de regels niet zo nou nemen. Dat geeft enorm veel stress. Die stress voedt vervolgens de angst weer.
Wat is in het algemeen de sociale/psychologische impact van een tijd in lockdowns leven voor kinderen/pubers.
Ik realiseer me heel goed dat wat wij in de praktijk zien niet een doorsnee van de hele populatie is. Ik denk dat ook veel mensen veerkrachtig zijn een modus vinden om met de pandemie te leren leven. Maar we zien een toename van (sociale) angstklachten bij jongeren, we zien een toename van stemmingsklachten bij zowel kinderen als volwassenen en we zien een toename van spanningsklachten binnen gezinnen en families. Mensen die zich alleen voelen staan binnen hun familie, die het niet eens is met de maatregelen. Mensen die in verwarring zijn en niet goed weten wat ze nu wel of niet moeten doen.
Kunnen we iets betekenen voor kinderen en jongvolwassenen die het zwaar hebben in deze pandemie?
We kijken natuurlijk allereerst naar wat de belangrijkste klachten zijn waarmee iemand bij ons binnenkomt. In de eerste lockdown heb ik een telefonisch spreekuur gehad. Ik merkte dat mensen bang waren, we kenden het virus nog niet goed. Het nieuws ging 24/7 over Corona. Ik raadde mensen dan ook wel aan om het nieuws te doseren en juist ook andere dingen te bekijken. Inmiddels is dat minder, er treedt toch een soort gewenning op. Het is belangrijk om een beetje lucht te brengen, kijken naar wat er wél kan. Ik werk veel met ACT (acceptance en commitment therapy, een vorm van gedragstherapie). Deze therapie is gebaseerd op het feit dat wij mensen taal tot onze beschikking hebben en ook razendsnel daarmee relaties kunnen leren. Taal helpt ons leuke dingen te herinneren, maar kan ook ons lijden verhogen (Corona is stom, ik kan niet doen wat ik wil, ik ben beperkt in mijn vrijheid). Elke keer dat je het woord Corona hoort doet dat wat met je gemoed. Wanneer je dan een gek liedje met het woord corona maakt krijg je een andere relatie met dat woord. ACT gaat ook over leven naar je waarden, naar wat echt belangrijk voor je is. Wat me opvalt is dat ik ook zie dat mensen hier juist nu meer zicht op krijgen. In de lockdown, beide ouders thuis aan het werk, de kinderen thuis van school ontstond ook de kans om met elkaar als gezin te lunchen of samen spelletjes te doen. Ik heb bij sommige kinderen gemerkt dat ze het heel fijn vonden dat ze meer tijd samen door brachten. Maar als je klein woont, vader zit te werken onder de hoogslaper van zijn dochter, moeder zit op de slaapkamer in een teamsvergadering en de kinderen zitten aan de keukentafel dan is het zwaar. We kennen ook de verhalen dat het in sommige gezinnen juist niet goed ging. Dat ouders elkaar te veel op de lip zaten wat soms leidt tot huiselijk geweld. Of gezinnen waar één computer in huis is. Ik heb mee gemaakt dat kinderen via school een laptop in bruikleen konden krijgen, maar dat ouders dat uit schaamte niet wilden. Wat anders achter de voordeur blijft werd nu meer zichtbaar.
Er is veel financiële steun uit de grond gestampt om ondernemers te ondersteunen, maar ik heb zowel in het begin als ook nu nog veel zorg gezien bij ouders met eigen bedrijven. Die spanning voelen kinderen ook. Of wanneer ouders hun (tijdelijke) baan kwijt raakten. Dat doet sowieso wat binnen een gezin, maar in een onzekere tijd als deze nog meer.
Is de schade die deze groep oploopt door de pandemie ernstig te noemen? Hoe gaan deze leeftijdsgroepen over het algemeen om met tegenslagen?
Zoals ik al eerder zei denk ik dat we ook veel weerbaarheid zien, we zijn vaak veerkrachtiger dan we denken te zijn. Ik heb heel veerkrachtige kinderen gezien. Maar het kan ook to much zijn, baan kwijt, ruzie binnen de familie, gescheiden ouders die niet op één lijn zitten als het gaat om de corona regels dan krijg je veel voor de kiezen. Ik maak me zelf vooral zorgen om de jongeren die hun identiteit aan het ontwikkelen zijn en hun leven naar volwassenheid aan het opbouwen zijn. Er werd vaak naar ze gewezen, maar ik zie juist dat deze jongeren vaak de maatregelen heel serieus nemen. Als studenten een huisfeestje hebben doen ze een zelftest van te voren. Het gros stond ook vooraan om zich te laten vaccineren. De tijd in je leven dat je met leeftijdgenoten wil zijn, zonder je ouders het leven ontdekken wordt nu enorm belemmerd. Er zijn grenzen aan de veerkracht.
Wat merken wij in de praktijk?
We zien meer jongeren met angst en somberheidsklachten, maar ook identiteitsproblemen. Ze hebben een onzeker toekomstperspectief. De coronapandemie is nog steeds onder ons en dan zijn er ook zorgen om het klimaat. Hun opleiding doen ze onder lastige omstandigheden, stages kunnen vaak niet doorgaan of moeten online. Op een middelbare school is het lastig vrienden maken wanneer je er aan begint in een lockdown.
Door corona is er een andere houding ontstaat t.a.v. sociale omgangsvormen en aanraken, zoenen etcetera. Wat betekent het dat er meer afstand gehouden wordt (bijvoorbeeld van opa’s en oma’s)? Wat doet dit met een kind en jongeren?
Het grappige is dat sommige jongeren het ook fijn vinden dat ze niet meer iedereen standaard hoeven te zoenen. Ik ben ook benieuwd of de drie zoenen terug komen of dat we elkaar meer gewoon een knuffel gaan geven. Ik weet niet of er zoveel afstand gehouden werd van opa’s en oma’s. Bij ons worden veel kinderen voor sessies gebracht door hun opa of oma, zij passen nog veel op. Van jonge kinderen kun je dat ook niet vragen. Voor een deel zullen sommige omgangsvormen terugkomen en voor een deel komen er andere voor in de plaats, de boks bijvoorbeeld en de eerder genoemde knuffel. Wat ingewikkelder is dat kerst opnieuw niet samen gevierd kan worden, dat verjaardagen er anders uit zien en misschien nog wel erger dat begrafenissen heel anders beleefd kunnen worden. Ik heb de afgelopen anderhalf jaar zelf drie online begrafenissen bij gewoond. Aan de ene kant is het fijn dat het kan, maar aan de andere kant ook heel verdrietig wanneer je de nabestaanden tot steun wil zijn. Van verpleegkundigen weet ik dat begrafenissen ook veel besmettingsrisico gaven, vooral voor ouderen. Afscheid nemen van een overleden dierbare is niet iets wat je over kunt doen, dan is het heel verdrietig dat je je aan allerlei beperkingen moet houden.
Ontstaan er nieuwe omgangsvormen voor kinderen onderling ontstaan door de pandemie?
Die indruk heb ik niet, zodra de maatregelen wat versoepelden zag ik jongeren weer meer met elkaar afspreken en ook kinderfeestjes werden gevierd. Misschien zelfs wel uitgebreider, omdat het bij de vorige verjaardag niet kon. Ik zie dat kinderen creatief zijn in hoe ze met elkaar om gaan. Dat zagen wij ook op het moment dat wij beeldbelsessies moesten hebben met kinderen. Ik ben elke keer weer onder de indruk van de veerkracht en creativiteit van kinderen. Hoe wij als volwassenen er mee omgaan doet er voor kinderen toe. Coping, hoe je met situaties omgaat leer je primair van je ouders.
Begrijpen (jonge) kinderen in wat voor een tijd we zitten?
Ik noemde eerder al de media en de impact daarvan op volwassenen. Voor kinderen geldt dat ook. Het jeugdjournaal dat over de persconferenties verslag doet, klokhuis die uitlegt wat een virus nou eigenlijk is en hoe een vaccin werkt. Kinderen krijgen dat mee. Je moet bij kinderen aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau. Vertrouwen laten zien als ouders is ook belangrijk. We weten dat angst bij kinderen gevoed kan worden door de angst die ouders laten zien. Lukt het je als ouder om te kijken naar wat wél kan, naar wat er nog wél is of laat je als ouder vooral je eigen onvrede zien. Dat zien kinderen en dat voelen ze. Maak je van het handen wassen meer een tussen neus en lippen door activiteit of ben je panisch als er een keer niet meteen handen gewassen kunnen worden of moeten je kinderen steeds handgel gebruiken. Wij hebben op de praktijk ook handgel staan. Het viel me op dat kinderen al heel snel automatisch dat gebruikten als ze bij me binnen kwamen (ouders, of opa en oma doen daar soms moeilijker over). Kinderen wennen snel aan een nieuwe situatie. Het is wel goed om serieus te reageren op de vragen die ze hebben.
Wat is de impact van de beperkingen op sportactiviteiten op kinderen en jongeren?
Net als school zijn de sportverenigingen plekken waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten, waar ze sociale vaardigheden leren, afspreken om samen te fietsen, conflicten leren oplossen. Wanneer ze daar niet naar toe kunnen ontnemen we ze een deel van hun ontwikkeling. Gelukkig kan er wel gesport worden nu, maar zijn de tijden weer aangepast. Voor sommige kinderen is het heel naar dat ouders niet mee mogen. Jonge kinderen die voor het eerst op zwemles gaan en in hun eentje daar naar toe moeten is natuurlijk niet fijn, voor zowel de kinderen als de ouders. Tegelijkertijd weten die jonge kinderen niet beter. Voor oudere kinderen is vooral de sociale beperking rot.
Wat betekent de pandemie voor de toekomst van de huidige jongere generatie (na corona)?
Ik maak me vooral zorgen om het onzekere toekomstperspectief. De onzekerheid van hoe Corona zal verlopen met de verschillende varianten en het klimaat, maar ook waar ze kunnen wonen is een belangrijk issue. De zorg om de toekomst is dus breder dan Corona. Wat betreft de middelbare scholieren van nu zie ik belemmeringen in hun sociale ontwikkeling en hun identiteitsontwikkeling. Ik zie ook veel druk vanuit het onderwijs. Enerzijds moeten kinderen presteren en willen de scholen goede examenresultaten halen, maar aan de andere kant hebben veel ze onderwijstijd gemist. Dat geeft veel stress bij jongeren. Maar ik zie ook dat hun flexibiliteit en weerbaarheid versterkt worden. Onderzoek en de toekomst zullen uitwijzen wat het voor deze generatie betekend heeft.
Acceptatie
Omdat ik veel gebruik maak van acceptance en commitment therapy oftewel ACT krijg ik veel vragen over wat bedoeld wordt met acceptatie. Moet je dan alles maar over je heen laten komen en accepteren wat is? Betekent het dat je niets kunt doen en alles maar laten zoals het is? Nee, dat betekent het niet. Acceptatie gaat over het onder ogen zien van de nare situatie, de vervelende gevoelens of de pijn. Juist heel uitgebreid stil staan bij de narigheid en erkennen dat het er is. Beseffen dat het jóuw pijn, jóuw verdriet is, dat jíj het bent die in deze rotsituatie zit. Met het erkennen dat het er is gun je jezelf dat het nare gevoel er mag zijn, de angst, de pijn. Je vecht er niet meer tegen (als je een tegel op onkruid gooit is het onkruid even weg, maar het zal er snel onder vandaan groeien). Als je stopt met vechten kan er meer ruimte komen voor het nare gevoel. Dat klinkt eng, want wordt het dan juist niet erger? Nee, het krijgt de ruimte die het verdient en je kunt het in beter in perspectief gaan zien. Wanneer je tegen alle nare gevoelens vecht zal het gevoel de roze olifant in de kamer worden en steeds meer aandacht vragen (om de vergelijking met onkruid door te trekken, ‘trekken is stekken’ je kunt ook de definitie van onkruid bijstellen 😊). Erkennen dat je in een rotsituatie bent terecht gekomen door ziekte, ontslag, een scheiding betekent dat je jezelf dat verdriet mag gunnen, dat je mild voor je zelf kunt worden. We weten vaak heel goed wat we tegen de ander moeten zeggen in die situatie, maar voor onszelf zijn we veel harder. Acceptatie gaat ook over het omarmen wat er nu in je leven speelt, maar vaak ook nare situaties uit je verleden. Jij bent niet die nare situatie, maar het hoort wel bij je levensverhaal. En als je bereid bent om het te erkennen en zelfs te omarmen en je stopt met vechten komt er ruimte om te kijken naar wat er nog meer is in je leven, de mooie gevoelens, de goede herinneringen. Dus niet bij de pakken neer zitten, maar actief het gevecht stoppen. Daar gaat acceptatie over.
Leef je het leven dat je wil?
Soms kun je het gevoel hebben dat je in je leven van de ene situatie in de andere rolt. Je kwam je partner toevallig tegen op je werk, je bent blijven hangen in de baan die je kon krijgen toen je op zoek was en je woont in het huis dat je kan betalen. Ben je er tevreden mee? Heb je gevoelens van onvrede? Dan kan het goed zijn om te onderzoeken of je het leven leidt dat je graag zou willen.
Ik stel in de praktijk dan wel eens de vraag ‘wat zou je doen als je de jackpot wint?’ Dan kun je natuurlijk meteen zeggen dat je een groot huis met zwembad zou kopen of een huis in Oostenrijk en misschien ook nog wel een Maserati, maar wat zou je dóen? Hoe ziet je leven er uit?
Binnen ACT (acceptance and commitment therapy) noemen we dat leven naar je waarden. Ik heb al eens eerder ACT getagd aan mijn spreekkamerverhalen en een verhaal geschreven over de onderliggende theorie van deze behandelvorm (‘hoe we buren werden’), de relational frame theorie (de theorie dat we niet alleen leren door ervaringen, maar ook indirect door onze taal). ACT is een vorm van (cognitieve) gedragstherapie ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw door Steven C.Hayes in Amerika.
In dit verhaal geef ik meer uitleg geven over de zes pijlers (hexaflex) van ACT en hoe je psychologisch meer flexibel kunt worden. De pijlers zijn:
- Acceptatie (ruimte geven aan alle gedachten en gevoelens, ook die we niet willen hebben)
- Mindfulness (met aandacht in het hier en nu zijn, zodat we alles wat rondom ons en in ons gebeurt kunnen ervaren en voelen)
- Defusie (leren dat onze gedachten gebaseerd kunnen zijn op aannames, veronderstellingen, misvattingen en andere taalconstructen die niet persé op waarheid gebaseerd zijn)
- Zelf (ons eigen zelfbeeld onderzoeken: wie ben ik en wie zou ik willen zijn? Ben je je eigen beste vriend of zou je met meer zelfcompassie naar jezelf kunnen kijken?)
- Waarden (ons bewust worden van wat we echt willen in dit leven, wat we echt belangrijk vinden)
- Toegewijd handelen (bereid zijn om ons eigen gedrag af te stemmen op onze waarden, zodat we ons leven leiden zoals we het willen en niet zoals de omgeving het dicteert)

Deze pijlers zijn niet los te zien van elkaar en staan met elkaar in verbinding. Tezamen zorgen deze elementen voor Psychologische flexibiliteit: het vermogen flexibel om te gaan met de problemen die op ons pad komen (acceptatie), terwijl je actie onderneemt op basis van je waarden (commitment).
Collega Gijs Jansen, schrijver van meerdere boeken over ACT heeft recent dit model nog concreter proberen te maken door de pijlers onder te brengen in hoofd, lijf en hart.

Het hoofd heeft strenge regels voor ons en vertelt ons dat we maar niet op zoek moeten naar die nieuwe baan, want je weet nu wat je hebt, ook al heb je het niet meer naar je zin. Je hoofd vertelt je ook dat je al van alles geprobeerd hebt en dat het allemaal niet werkt, je bent nu eenmaal zo en je houdt bijvoorbeeld niet van grote groepen. Je hoofd zorgt er voor dat je blijft piekeren en slecht slaapt of houdt je onzeker. Maar je kunt ook proberen wat meer afstand te nemen van je verstand en proberen je gedachten niet zo serieus te nemen.
In je lijf voel je of je in het hier en nu bent of dat je juist gestrest bent, je lijf zet je in beweging als je bereid bent om het anders te doen en niet te vechten tegen nare gevoelens.
En doe je wat je in je hart echt wil (waarden), ben je mild voor jezelf en kun je positief over je zelf denken en kun je ook echt handelen naar je hart (toegewijd handelen)?
Ik ben erg enthousiast over deze indeling. We zijn namelijk wie we zijn mét ons hoofd, mét ons lijf en last but not least mét ons hart. Dus nog een keer de vraag ‘leef je het leven dat je echt wil?’ Probeer dan niet te focussen op alle belemmeringen die je hoofd verzint, maar probeer te luisteren naar wat je hart je ingeeft en kijk of je van daaruit bereid kunt zijn om daarnaar te handelen, al is het maar een klein stapje.
Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van de boeken ‘How to ACT’ van Gijs Jansen (2019, Uitgeverij Thema) en ACT in de praktijk van Russ Harris (2020, Hogrefe Uitgevers bv). De afbeeldingen zijn gemaakt door het team van ACTguide (e-health en opleidingen) onder redactie van Gijs Jansen.
Doe iets nieuws!
‘Mijn leven is saai! Ik ben er klaar mee om nergens naar toe te kunnen en zoveel beperkingen opgelegd te krijgen’. Ze kijkt er grimmig bij. Onafhankelijk zijn is een belangrijke waarde voor haar, dus een overheid die haar daarin belemmert maakt haar radeloos.
Tijdens een eerdere sessie heb ik me laten verleiden tot een discussie over Corona en de maatregelen. Nu lukt het me om uit de inhoud te blijven en te erkennen dat deze tijd ook ontzettend rot is. Niemand wordt blij van de beperkingen en de onzekerheid over de toekomst. In die vorige sessie had ik wel benoemd dat ik zelf nu besef hoe rijk en vrij we zijn geweest. Dit maakt haar amper milder.
Wanneer ik vraag welke gedachten bij haar opkomen valt op dat het steeds dezelfde gedachten zijn waarbij ze zich vooral boos voelt. Bij het woord Corona kijkt ze zelfs heel vies. Gedachten krijg je heel gemakkelijk in je hoofd, maar er uit is lastiger. Wat wel kan is de relatie met je gedachten veranderen. We doen een oefening waarbij ze ervaart dat ze haar gedachten heeft en niet is. Ook doen we een gekke oefening met het woord Corona door het woord vaak te herhalen op verschillende toonhoogtes en met rare stemmetjes. Het tovert een glimlach op haar gezicht. Wat een gek woord!
Dan vertelt ze dat zich soms zo alleen en machteloos voelt. Ze is nu minder boos, maar ziet er verdrietig uit. Ze had haar pensioen zich anders voorgesteld. Ook nu nemen we de tijd om te erkennen hoe rot dit is. Het blijkt dat ze veel verschillende banen heeft gehad. Ze vertelt dat het bij haar na vijf jaar altijd begon te kriebelen en ze weer iets nieuws wilde leren. Het heeft haar een afwisselende loopbaan opgeleverd. Ze was net met pensioen toen de eerste maatregelen werden afgekondigd. Ik vraag haar wat ze allemaal al geprobeerd heeft om het wat dragelijker te maken. Ze heeft vooral gewandeld, omdat ze dan kon afspreken met vriendinnen. In de zomer werd ze daar nog wel blij van, omdat ze nieuwe gebieden in Nederland leerde kennen. De winter viel haar zwaar. Geen kerst met de hele familie. Geen reizen. Ik vraag haar wat ze deed als ze zich als kind verveelde. ‘Ik verveelde me nooit! Ik speelde buiten of was binnen aan het knutselen en tekenen..’ ‘Doe je dat nu ook nog wel eens?’ ‘Nou nee..’ ‘Wat zou je nog willen leren?’ Dan vertelt ze dat ze altijd wilde leren beeldhouwen. Het lijkt haar heerlijk om in steen te hakken. De cursussen zijn er nu niet, maar met youtube filmpjes kom je misschien een heel eind. Voor de volgende keer gaat ze kijken of ze iets leuks kan vinden.
Met haar afwisselende banen heeft ze haar brein altijd geprikkeld om iets nieuws te leren. Met pensioen gaan is al lastig, maar in deze tijd is het een uitdaging. Gelukkig kun je altijd nieuwe dingen leren en is ‘do it yourself’ helemaal hot and happening.
(Elke overeenkomst met werkelijk bestaande personen berust op toeval)
Avondklok
Zij zit vandaag bij de helpdesk van mijn online patiëntendossier. Ze heeft me uit de penarie geholpen, terwijl er een meisje door het beeld liep en ik een jongetje op de achtergrond hoor. “Hoe hou je het vol?” Nu de kinderen niet naar school kunnen en thuis les krijgen en zij ook vanuit huis moet werken heeft ze als alleenstaande moeder heel veel ballen in de lucht te houden. Ze heeft een strak schema, staat op tijd op, zodat ze zelf even rustig kan douchen en de dag starten. Daarna komt het huis tot leven. Pieter staat meteen te popelen om de dag te beginnen, terwijl Joost zijn bed niet uit te branden is. Joost zit in 2 HAVO en wil het allemaal zelf regelen. Marit zit in groep 7 en is heel serieus, maar heeft moeite met opstarten. Pieter is enthousiast, maar kan zijn aandacht er vaak niet goed bijhouden. Ze vertelt dat ze bij het ontbijt de planning van de dag doorneemt. Ze wil dat Joost aangekleed deelneemt aan de les, maar dat lukt niet altijd. Hij is dan zo dwars. Het lukt haar niet om altijd consequent te blijven. Pieter zit in groep 5 en heeft nog veel begeleiding nodig bij zijn werk. Hij heeft elke dag een ‘meet’ met zijn juf om elf en twee uur. Daarom heen zorgt ze dat hij zo goed en zo kwaad als het gaat zijn schoolwerk doet. “Hoe doe je dat met je eigen werk?” Tja, daar vraag ik wat. Ze probeert in ieder geval haar eigen (zoom)afspraken zoveel mogelijk op de tijden te plannen dat Pieter bij de les wordt gehouden door zijn juf. Daarom heen probeert ze mails te beantwoorden. Zoals bij mij moet ze soms mee kijken om de problemen op te lossen. Ze proberen ook elke dag naar buiten te gaan. Pieter en Marit hebben kiezels uit de tuin beschilderd en verstopt in de buurt. Ze hebben de grootste lol als ze bij een volgend rondje verdwenen zijn en soms liggen er andere voor in de plaats. Ze houdt het ook vol, omdat ze ’s avonds als de jongsten slapen (bij Joost brandt het licht nog lang, maar stiekem vindt ze dat wel fijn) zelf aan de wandel gaat. Als je dacht dat het stil op straat is heb je het mis. Iedereen lijkt wel een hond te hebben en loopt nog een ommetje. Zelf loopt ze de wijk uit naar de weilanden. Daar hoort ze ganzen overvliegen en soms hoort ze een uil. Dat is haar moment. Dan kan ze even opladen. Ze praat zichzelf moed in dat het heus ooit weer beter wordt en dat ook zij een keer aan de beurt is voor vaccinatie. Ze kijkt steeds minder naar het nieuws, maar de persconferentie bekijken ze samen en toen kwam het bericht… de avondklok, na 21 uur niet meer de deur uit! Daar ging haar oplaad momentje. “En?” Met pretlichtjes in haar ogen zegt ze dat zij nu het laatste rondje met de buurhond doet. Buren blij, zij blij. Maandag mogen Pieter en Marit weer naar school. Haar baas zal er blij mee zijn, omdat ze dan weer productiever is. Zelf zal ze die bedrijvigheid in huis ook wel een beetje missen. Het voordeel is dat ze meer tijd voor Joost heeft. Terwijl ze het vertelt beseft ze zich dat er aan alles twee kanten zit.
Geloof, hoop en liefde, de grootste daarvan is liefde
De hele wereld is in de ban van een pandemie en in deze bijzondere tijd proberen we toch onze feesten te vieren. Kerst, het suikerfeest, Chanoeka en al die andere rituele feesten die dit jaar anders dan anders zijn. We willen het graag samen vieren met familie en vrienden. Lang gedekte tafels en lekker eten, cadeautjes uitwisselen, delen.
Dit jaar kan dat niet en ben je aangewezen op je eigen huishouden. Voor sommige mensen is dat een bezoeking en gezien het aantal besmettingen na dit soort feesten lukt het niet iedereen zich aan de maatregelen te houden. Voor andere mensen biedt het een soort troost, zij zijn anders als enige alleen, althans zo voelt het en nu niet.
De kerstdagen liggen net achter ons en wat bleek, we stuurden elkaar weer meer kaarten. We probeerden het in kleine kring toch gezellig te maken en kochten massaal meteen na Sinterklaas al een kerstboom. We hingen nog meer verlichting op dan anders. We bestelden héél veel cadeautjes voor elkaar. En ook al is twitter vaak een scheldmedium, er kwamen nu heel veel lieve tweets voorbij.
Ja, er zijn een paar roeptoeters die dwars door de speech van de minister-president lawaai maakten. Ook zijn er jongeren (en sommige volwassenen) die het er niet mee eens zijn dat er geen vuurwerk verkocht mag worden. Volgens mij is dit de minderheid. De meeste mensen doen hun best om het virus er onder te krijgen en hopen op een beter 2021.
Voor ondernemers die hun bedrijf failliet zien gaan, mensen die hun baan kwijtgeraakt zijn of voor hen die dierbaren verloren zijn is het een moeilijke tijd. De overledenen komen niet terug en je kunt het afscheid niet meer overdoen. Voor jongeren voelt het soms alsof hun leven stil staat. Voor hen is het nog belangrijker om te weten dat ze niet alleen staan.
De pandemie brengt ons dichter bij waar het werkelijk om gaat. Meer in het hier en nu zijn en ontdekken wat echt belangrijk voor je is. De onzekerheid over de toekomst kan je angstig maken. Vooral als je te ver vooruit kijkt, maar als je nu buiten de ondergaande zon ziet of de twinkelende lichtjes in de kerstboom krijgt de angst minder kans.
De titel is een bijbel tekst die ik goed ken uit mijn jeugd. Geloof staat voor vertrouwen hebben, vertrouwen dat het goed komt, dat er betere tijden komen. Hoop doet leven is het gezegde. Hoop helpt te vertrouwen op momenten dat dat het moeilijkst is. Juist deze kerst merkte ik dat deze bijbel tekst zo gek niet is, want zonder de liefde kan geen mens. De liefde voor je geliefde, voor je kinderen, voor je ouders en voor je vrienden. We kunnen onafhankelijk zijn, omdat we ons verbonden weten. Laten we daarom wat liever zijn voor elkaar en in de gaten houden wie in je omgeving de verbinding kwijt is. Corona of niet, laten we wat meer omkijken naar elkaar.
Vals alarm!
We hebben al sinds maart Corona stress en nu is er dan de nieuwe lockdown. Sommige mensen waren al meer gespannen dan fijn voelt en sommigen hebben zelfs last van paniek. Paniek is een soort vals alarm in het brein. Paniek ontstaat door een normale lichamelijke reactie op stress (vaak is de stress meer dan je gezien de situatie zou verwachten). We kennen allemaal wel de stresspiek (een adrenalinestoot) die we voelen als iets net goed is gegaan (een bijna botsing met je auto of iets wat je bijna uit je handen glipt). Je voelt dan even een piek in je stress die meteen weer afzakt (afhankelijk van de situatie duurt dit iets korter over langer). Daarnaast kennen we ook meer chronische stress (de cortisol is voor langere tijd verhoogd) wanneer we langere tijd onder druk iets moeten doen of langere tijd ergens over in onzekerheid zijn. Wanneer de kust weer veilig is (de klus is geklaard of er is weer meer duidelijkheid) zakt het cortisol niveau vaak weer af. Soms (vaak na te lange periodes van stress) gaat er in dit systeem iets mis. Je brein geeft dan een soort vals alarm en reageert voortdurend alsof er enorme dreiging is, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is (je zit gewoon rustig op de bank, je ligt in je bed of je staat in de rij bij de kassa). Het helpt om jezelf te leren gerust te stellen, zodat het systeem weer kan herstellen (in je brein wordt moord en brand gebruld, maar je brein kan dit ook zelf weer bijsturen naar de realiteit). In de praktijk gebruik ik al jaren de tien regels bij paniek (de herkomst is niet helemaal meer duidelijk, maar komt wel uit de cognitieve gedragstherapie). Bij deze voor iedereen die wel wat meer ontspanning kan gebruiken!
TIEN REGELS OM MET PANIEKGEVOELENS OM TE GAAN
- Denk eraan, dat de gevoelens niet méér zijn dan een erge vorm van een normale lichamelijke reactie op spanning.
- De paniekgevoelens zijn in het geheel niet gevaarlijk, alleen onplezierig. Er zal niets ergs gebeuren.
- Voeg geen beangstigende gedachten toe aan de paniek, over wat er gebeurt en wat daar het gevolg van zou kunnen zijn.
- Let erop wat er werkelijk gebeurt in je lichaam op dit moment, denk niet aan wat er zou kunnen gebeuren.
- Wacht en geef de angst de tijd om te verdwijnen. Vecht er niet tegen en ren er niet voor weg. Accepteer de angst.
- Let erop, dat wanneer je geen beangstigende gedachten toevoegt de angst vanzelf afzakt.
- Denk eraan dat het er bij het oefenen om gaat te leren hoe je met angst om moet gaan zonder het te vermijden. Dus is dit een gelegenheid om vooruitgang te behalen.
- Denk aan de vooruitgang die je tot nu toe gemaakt hebt, ondanks alle moeilijkheden. Denk eraan hoe tevreden je zult zijn als het deze keer lukt om niet weg te gaan.
- Als je je beter begint te voelen, kijk dan een beetje rond en begin te denken aan wat je nu zult gaan doen.
- Als je klaar bent om verder te gaan begin dan langzaam op een ontspannen manier. Het is niet nodig om je te haasten.
Een mens lijdt het meest door het lijden wat men vreest (en soms op komt dagen)
Ze zat er verslagen bij, een beetje grauwe kleur, vermoeide ogen en een trieste blik. De huisarts had haar verwezen, omdat ze voor de zoveelste keer om slaapmedicatie had gevraagd. Hij vond dat het maar eens klaar moest zijn met de ‘pammen’ en ze moest nu maar eens gaan onderzoeken waarom ze zo slecht sliep en zoveel piekerde. Een mens lijdt het meest onder het lijden dat men vreest (en nooit op komt dagen… nou ja, soms wel). Ze vreesde veel lijden, maar had ook wel het nodige mee gemaakt. Ze was jong haar vader verloren en tot twee keer toe door haar partner verlaten. Een van de kinderen was inmiddels het huis uit en met de ander kreeg ze moeilijk contact. Hij ging zijn eigen gang. Elke ochtend pakte ze zichzelf weer aan om naar het werk te gaan. Als de dood dat ze dat ook zou verliezen. In het bedrijf werd de zoveelste reorganisatie aangekondigd. Ik zeg dat het ook wel veel is. Ik vraag haar naar betere tijden. Het kost haar moeite om deze zich te herinneren. Meteen vertelt ze verder dat ze al zoveel heeft geprobeerd. Een coach via het werk, familie opstellingen in het gezondheidscentrum, yoga met een vriendin, maar dat was echt niets voor haar. Ze had op mijn website over mindfulness gelezen, maar dat was ook niks voor haar. ‘Dat ga ik echt niet doen’. Het lucht haar wel op om te vertellen, maar daarmee gaat het piekeren niet stoppen en de vermoeidheid niet weg. Ik doe een oefening met haar om te laten ervaren dat ze niet haar gedachten is, maar dat ze haar gedachten heeft. Ze merkt dat je die gedachten kunt ervaren als golven die het strand oprollen en zich ook weer terugtrekken. Ook dat ze vaak vast zit in haar gedachten en gevoelens, alsof het een kluwen is. De volgende sessie vraag ik haar of ze bereid is opnieuw een oefening te doen. Ze vindt het spannend, maar is nieuwsgierig. De oefening gaat om het accepteren van het nare gevoel en het te observeren alsof het een kunstwerk is. Wanneer we ons rot voelen willen we dat gevoel niet en gaan we er tegen vechten. Wanneer het gevoel er mag zijn en we er minder tegen vechten wordt het nare gevoel minder beladen. Na het overlijden van haar vader heeft ze geleerd nare gebeurtenissen uit de weg te gaan en als het niet anders kan er tegen te vechten. Het is een openbaring voor haar dat juist accepteren van wat naar is ruimte geeft om te kijken naar wat er wel is. Ze gaat beter slapen en piekert minder. De volgende sessies gebruiken we om te kijken hoe ze het liefst in het leven wil staan, wat echt belangrijk voor haar is. Bijvoorbeeld dat ze beter contact met haar jongste kind wil. Blij vertelt ze dat ze samen langs het strand gelopen hebben en daarna in het zonnetje koffie gedronken hebben bij een strandtent.
(gelijkenissen met de werkelijkheid berusten puur op toeval)
